Ik schuif als laatste aan de ontbijttafel. Dimitri heeft al een yoghurtje en een koffiekoek met choco naar binnen gespeeld wanneer ik aan mijn pistolet met kaas begin. We hebben de wekker een uurtje vroeger gezet om enkele bijzonder interessante mensen te ontmoeten in het dorp Sarreyer, op zo’n 7 kilometer van het bekendere Verbier. Vanuit een sterke artisanale gedachtegang richtte een hechte groep er de vereniging L’association des paysans et artisans de Sarreyer et environs op. Met passie voor het vak leiden ze bezoekers rond in hun werkplek en vertellen ze over de micro-economie die ze hebben opgebouwd in hun kleine dorp.
We parkeren de auto aan Four banal, een lokale bakker waar de inwoners van Sarreyer wekelijks samen komen met hun ingrediënten om brood te bakken. Elke laatste vrijdag van de maand organiseren de inwoners een pizza-avond, die je als bezoeker trouwens kunt bijwonen.De bloem wordt gemalen in een oude molen, niet veel verderop. Een van de zogenaamde ‘amis du moulin’ vertelt hoe de molen in 1837 gebouwd werd aan de oevers van de bergstroom. Naast bloem malen heeft het historische monument nog twee andere functies: hout zagen en appels persen. En dat op de traditionele manier. De molen is na 30 jaar ongebruikt te zijn weliswaar flink opgeknapt, maar de mechanieken zijn nog authentiek. Zo worden de appels met een rollende steen geplet, goed voor zo’n twintig liter vers appelsap per keer.
Ik verbaas me over het grote contrast met de technologieën die we bij ons gewend zijn, maar laat mijn gedachten al snel afdwalen wanneer een goedlachse dame met een heel aanlokkelijke kaasplank komt aangewandeld. Ze stelt zich voor als Mauricette. Samen met haar man heeft ze een boerderij met zo’n 250 schapen en een tiental koeien van een verre oom overgekocht. Ze maakt verschillende soorten kazen en charcuterie, die ze verkoopt in lokale winkeltjes. Het verschil met kazen die wij bij ons in de supermarkt kopen is opmerkelijk. Ik kan het niet anders omschrijven dan op en top vers, met liefde voor het vak gemaakt.
Deze gele bloem wordt in de volksmond ook wel fleur de joie genoemd
Na dit smakelijke aperitief neemt Isabelle ons mee naar een speciaal plekje in de bergen. Naast het stromende water hoor je hier niet veel meer dan wat krakende takjes, vrolijke krekels en om de zoveel minuten een sympathieke jogger die je een goedgeluimde bonjour toewerpt. We passeren lavendel, brandnetel, munt en heel wat voor mij onbekende aromatische en geneeskrachtige planten. Isabelle glundert wanneer ze ons vertelt over haar passie voor de natuur. “Je suis quelqu’un de la terre”, zo introduceert ze zich. Op haar twintigste begon haar interesse voor planten. Vijf jaar later is ze zelf siroop en helende oliën beginnen produceren, en uiteindelijk kon ze er een handeltje van maken. Alles dat ze bij zich heeft, ziet er handgemaakt uit. Het is een schat van een mens, dat ongetwijfeld nog veel meer te vertellen heeft dan ze kon tijdens deze workshop. Ze staat erop dat we goed luisteren naar haar uitleg in plaats van alles op te schrijven, aangezien kennis alleen via mondelinge overdracht echt kan doordringen. Nadat we een doorzichtig potje hebben gekregen, krijgen we de opdracht wat Sint-Janskruid te gaan plukken. Deze gele bloem wordt in de volksmond ook wel fleur de joie genoemd. Vervolgens vult Isabelle de rest van het potje met hennepolie, blijkbaar dé basis voor een goede massageolie tegen rugklachten. Volgens het aloude recept zou ik de olie gedurende 21 dagen in de zon moeten laten trekken, en daarna in de donkerte bewaren. Fingers crossed dat het zonnetje blijft schijnen in België!
We ronden het bezoek af in de distilleerderij Edelweiss. Geliefden Mathieu en Florence zijn speciaal uit Frankrijk verhuisd om hier hun droom waar te kunnen maken. Zo maken ze onder andere absint, maar ook verzorgings-, schoonheids- en natuurgeneeskundige producten. Terwijl Mathieu ons uitgebreid uitlegt hoe het droogproces eruitziet en ons laat proeven van het letterlijk sterke eindproduct (42% à 69% om precies te zijn), gaat Florence in haar traditionele gewaden de nodige planten afsnijden met een sikkel. Ze lijken in een andere tijd te leven, in een eenvoudig huisje naast hun werkplaats. Maar ze hebben een uitzicht waar ik alleen maar jaloers op kan zijn. Momenteel is hun handel nog vrij klein, maar in de nabije toekomst zal je je eigen ingrediënten kunnen meebrengen, zodat je zelf kunt experimenteren met het distilleerproces.
Ik weet het, onze Belgische trots maakt het moeilijk om te geloven dat buitenlandse chocolade even lekker kan zijn, zelfs al zijn we in Zwitserland
Alle producten van deze sympathieke lieden komen samen in het hart van het dorp, het hoofdkwartier van de vereniging: Café du Mont-Fort. Nog een persoon die een belangrijke rol speelt in het slow food-verhaal is chocolatier en banketbakker Raphaël Thoos. Raphaël maakt gebruik van de absint en siroop van zijn collega’s om zijn bijzondere pralines en dessertjes te creëren. Timide maar trots serveert hij ons het chocoladedessert en laat hij ons proeven van enkele bijzondere pralines. Ik weet het, onze Belgische trots maakt het moeilijk om te geloven dat buitenlandse chocolade even lekker kan zijn, zelfs al zijn we in Zwitserland. Ik laat me alleszins inpakken door de creaties van deze bescheiden man.
Rond kwart voor zes nemen we afscheid van les artisans. Het zonlicht kleeft op mijn blote schouders, die ik helaas ben vergeten insmeren. Op 1500 meter hoogte ervaren we het klimaat dan ook net iets extremer dan beneden. ‘Le charme de la montagne’, zegt Dimitri. Ik snuif nog een diepe teug frisse berglucht op en stap in de auto. Wanneer we wegrijden, zie ik Isabelle ons enthousiast uitwuiven. Salut, les amis!
Door Charlotte Dupont.
Het bezoek aan Sarreyer vond plaats op 19 juli. De ontmoetingen met les artisans gebeurden steeds in open lucht en op een veilige afstand. Houd de recente reisadviezen in de gaten wanneer je een trip naar Zwitserland wilt plannen. Dit land is op datum van publicatie een groene zone met uitzondering van de stad Genève.