Voor alles is er een eerste keer. Zo had ik vóór Zanzibar nog nooit met een busje zonnebrandolie naar een aap gegooid. Maar kijk, daar staat hij: een primaat van een mij onbekend merk, op zijn achterste poten, met zijn voorpoot op de deurklink, klaar om ons vakantieverblijf binnen te dringen. Heel menselijk ziet het eruit en ook grappig. Maar het is niets om in huis te hebben, zo’n beest, en dus mik ik vanaf mijn ligbed de zonnecrème naar zijn brutale snoet. Mis, uiteraard, maar de aap neemt het zekere voor het onzekere en duikt het struikgewas in. Kijk, zo weet een mens tenminste dat hij in Afrika is en niet op een Canarisch eiland.
Zanzibar, de naam spreekt al sinds mijn prilste jeugd tot mijn verbeelding. Er was de avonturenfilm Five weeks in a balloon, losjes gebaseerd op een verhaal van Jules Verne. Geen cinematografisch meesterwerk, maar het toenmalige tieneridool Fabian liet in een zeer exotisch Zanzibar slavenhandelaars een poepje ruiken. Zanzibar was ook de naam van een zeilboot in het gelijknamige jaren ’60 jeugdfeuilleton met een prille Wies Andersen en Frank Aendenboom. Dat de actie zich nagenoeg volledig in Antwerpen afspeelde, mocht de pret niet drukken.
Mijn eerste indruk als het vliegtuig na een directe vlucht van 8 ½ uur de daling naar het eiland inzet: dit is echt wel het donkere continent. Geen straatverlichting, geen lichtreclames, geen buildings van enig formaat, enkel clusters van spaarzame ledlampjes in de fluwelen nacht. ‘Hakuna Matata’, grijnst de chauffeur die ons opwacht in de hangar die voor een luchthaven moet doorgaan. Wat Swahili is voor ‘geen zorgen’ en het eerste en het laatste dat je in Zanzibar te horen krijgt. Vóór de Disneyfilm The Lion King werd de uitdrukking hier nauwelijks gebruikt, maar nu rekent iedere Tanzaniaan het tot zijn plicht om je er tot gekwordens toe mee om de oren te slaan.
Dat een bewakingsagent met een waterpistool de apen op een afstand houdt die het op mijn mango’s en ananas gemunt hebben, vind ik dan weer geen overbodige luxe
Wat zorgen betreft: vermits ik niet echt een avontuurlijk reiziger ben, heb ik na het zien van de film Captain Phillips zorgvuldig op de wereldkaart gecontroleerd hoever Zanzibar van Somalië verwijderd is. En mij bovendien afgevraagd wat ze in de reisfolders met ‘kort regenseizoen’ bedoelen. Een kort seizoen of korte regenbuien? Beide, zo blijkt, althans in december. En wat Somalische piraten betreft, als die van overzee komen, zullen ze de laatste 500 meter toch te voet moeten afleggen, want zover trekt de zee zich bij laag tij terug. Sneu voor zwemmers, maar een infinity pool maakt veel goed. En verder is het vanonder een rieten zonnedak goed mijmeren met zicht op de foeragerende zilverreigers, ibissen en andere waadvogels. Vissers trekken hun traditionele houten bootjes op het strand, vrouwen in kleurrijke sluiers gooien netten en korven uit om krabben, schelpdieren en garnalen te vergaren.
Veel toeristen kiezen voor Zanzibar om uit te blazen na een safari in Kenia of het vasteland van Tanzania. Het is ook een populaire bestemming voor honeymooners. Zanzibar is veilig, de witte stranden zijn lang, schoon en schaars bevolkt, er kan naar hartenlust gesnorkeld en naar dolfijnen gekoekeloerd worden. Helaas geven die beesten nooit thuis als ik in de buurt ben. Wie voor The Residence kiest, komt terecht in een prachtig en uitstekend onderhouden domein met tropische flora, waarbij vooral de vuurrode bloemen van de flamboyantboom en de XL hibiscus opvallen. Knalgele wevervogels fladderen onvermoeibaar heen en weer met materiaal voor hun nesten, echte architecturale kunstwerkjes. Tussen het uitbundige groen staan individuele villa’s, de meeste met een privé-zwembadje. Zeven slagen heen, zeven terug, het is weer eens wat anders dan een ochtendlijke douche. Bij de villa’s horen fietsen, die je her en der in het resort kunt stallen en niet op slot hoeft te doen. Vooral ’s avonds is het heerlijk fietsen onder de Tanzaniaanse sterrenhemel. Er is een open veranda voor de somptueuze buffetten en een lange houten pier die instagramwaardige zonsondergangen garandeert. Maar het is toch vooral de vriendelijkheid en hulpvaardigheid van het team die de sfeer bepalen. Soms op het gênante af. Ik weet dat het goed bedoeld is, maar ik ben echt wel in staat om zelf mijn bordje van het buffet tot aan tafel te vervoeren. Dat een bewakingsagent met een waterpistool de apen op een afstand houdt die het op mijn mango’s en ananas gemunt hebben, vind ik dan weer geen overbodige luxe.
De familienetwerken zijn hier sterk, hulpbehoevenden worden door verwanten opgevangen
De verleiding is groot om je in de luxe te wentelen en geen poot buiten het resort te zetten, maar dat zou jammer zijn. Want er valt echt wel wat te ontdekken op Zanzibar. In de eerste plaats Stone Town, de historische driehoek binnen de hoofdstad Zanzibar City. Het is prettig kuieren in de schaduwrijke steegjes, tussen gebouwen die Arabische, Indische, Europese en Afrikaanse invloeden verraden. Om elke hoek wacht een nieuwe verrassing: verweerde paleizen, resten van Perzische baden, bazaars en hamams, moskeeën, bouwsels uit koraalsteen, koffiehuizen in oude koloniale stijl. Op de overdekte markt waait de geur van specerijen je tegemoet. Venters dragen een karton met harde eieren op hun schouder, een lokale snack. Maar nergens zie je bedelaars. De familienetwerken zijn hier sterk, hulpbehoevenden worden door verwanten opgevangen, aldus de gids.
Blikvangers in de Zanzibarische architectuur zijn de monumentale gebeeldhouwde deuren die de status en rijkdom van de huiseigenaar weergeven. Bij de Indisch geïnspireerde huizen is de bovendorpel halfrond en versierd met bloemmotieven, bij de woningen uit de Arabische tijd is hij rechthoekig en voorzien van geometrische bas-reliëfs.
De contacten met de Arabische wereld dateren al van de twaalfde eeuw. In de daaropvolgende eeuwen ontwikkelde Zanzibar zich tot een belangrijke handelshaven vanwaar ivoor, hout, goud en… slaven tot in het Midden-Oosten en Indië uitgevoerd werden. In de zestiende eeuw viel de archipel onder Portugees bewind, op het einde van de zeventiende eeuw werd het een kolonie van Oman. Zo belangrijk was de handelspost dat de toenmalige sultan van Oman in 1840 zijn hof zelfs van Muscat naar Zanzibar verhuisde. Na de officiële afschaffing van de slavernij in 1873 verminderde de macht van het sultanaat. Zanzibar werd een Brits protectoraat; de laatste sultans waren slechts stromannen onder Brits koloniaal gezag. Sinds 1964 vormt Zanzibar samen met het voormalige Tanganyika de republiek Tanzania.
De belangrijkste bezienswaardigheid van Stone Town is de site van de voormalige slavenmarkt. Er is het memoriaal van de slavernij dat het droeve lot van de slaven herdenkt die tot in Malawi en Congo ontvoerd werden en na een helse tocht in Zanzibar arriveerden om er per opbod verkocht te worden. De Zweedse kunstenares Clara Sornas plaatste vijf slaven, met afhangende schouders en aan de hals geketend, in een desolate kuil. Op de plaats van de vroegere slavenmarkt is er nu de sobere Anglicaanse kathedraal (jaren 1870), gebouwd op aandringen van de zendeling en ontdekkingsreiziger David Livingstone, die zich inzette voor de afschaffing van de slavernij. Aangrenzend toont een ouderwets museum op schoolse pancartes de geschiedenis van de slavenhandel die ondanks de officiële afschaffing in 1873 pas in het begin van de twintigste eeuw volledig ophield. Sombere catacombes met kettingen in vloer en muren tonen waar de slachtoffers de nacht doorbrachten voor ze verkocht en verscheept werden.
In december kan het heet zijn in de smalle straatjes van Stone Town. Verkoeling vind je aan de haven waar de veerboot uit Dar es Salaam aanlegt. Aan de noordelijke waterkant staan ook een paar opmerkelijke gebouwen: een fort en het Wonderpaleis, in 1883 gebouwd in opdracht van de tweede sultan van Oman. De hoofdingang bood ruimte voor de machthebber om op de rug van een olifant binnen te rijden. Het eerste gebouw in Zanzibar met elektriciteit en een lift is helaas al sinds 2015 gesloten wegens restauraties. Gelukkig is er op spuugafstand nog een tweede paleis (Beit-el-Sahel), waarin o.a. het leven van prinses Salmé uit de doeken gedaan wordt, een rebelse sultansdochter die er aan het eind van de 19deeeuw met een Duitse zakenman vandoor ging. Haar Memoires van een Arabische prinses leest als een sprookje van duizend-en-een-nacht. Een andere toeristentrekpleister is het geboortehuis van Farrokh Bulsara, beter bekend als Freddie Mercury, de zanger van Queen. De ouders van Farrokh waren van Perzisch-Indische komaf, volgelingen van Zoroaster bovendien. Toen hij twaalf was, verhuisden ze naar Londen en Farrokh/Freddy zette nooit meer een voet op Zanzibar. Zijn biseksualiteit ligt een beetje gevoelig in het overwegend islamitische Zanzibar, maar dat neemt niet weg dat het eiland munt slaat uit de beroemde ex-bewoner. Er werden een straat en een restaurant naar hem genoemd en fans kunnen terecht in een museum annex souvenirshop gewijd aan hun idool.
Bovendien is het zoals Essaouira en Goma één van de plekken ter wereld die (neo)hippies en andere alternatievelingen aanspreekt
Wie echt wil uitwaaien, laat zich met een houten motorbootje naar een van de eilandjes voor de kust van Stone Town varen. Vooral Changuu, beter bekend als Prisoner Island is in trek. De zee is ongewoon woelig als wij de oversteek wagen, met veel golfslag en opspattend schuim. Van zwemvesten geen spoor, zodat ik halverwege enigszins verontrust rondkijk naar een plank waaraan ik me in geval van schipbreuk kan vastklampen. Gelukkig blijft het bij een natte outfit. In Changuu, oorspronkelijk bedoeld als gevangenis voor opstandige slaven en daarna als quarantaine in tijden van cholera en pest, huist nu een kolonie gigantische landschildpadden, waarvan de oudste 192 jaar zou zijn.
Zanzibar zit als reisbestemming duidelijk in de lift. Als je weet dat het vanuit bijvoorbeeld Polen wekelijks door twee rechtstreekse vluchten bediend wordt, dan weet je hoe laat het is. Bovendien is het zoals Essaouira en Goma één van de plekken ter wereld die (neo)hippies en andere alternatievelingen aanspreekt. Dat heeft alles te maken met de ‘chille’ sfeer van de plek. Veel van de voormalige huizen van slavenhandelaars werden tot hotelletjes en koffiehuizen met dakterrassen verbouwd, waar het ontspannen genieten is van de zonsondergang boven de zee.
Voor de Big Five ben je op Zanzibar aan het verkeerde adres, maar het Nationaal Park van Jozani herbergt een kolonie rode Colobusapen die je nergens anders ter wereld vindt en die met uitsterven bedreigd zijn, naast andere apensoorten, Dikdiks (kleine antilopen) en merkwaardige creaturen zoals de olifantspitsmuis. De aapjes zijn zeer aanwezig en levendig, vooral de moeders met kleintjes die acrobatisch van boom tot boom zwieren zorgen voor spektakel. Een excursie naar Jozani wordt meestal gecombineerd met een tocht door een mangrove en een bezoek aan een plantage, waar je kennismaakt met ter plaatse gekweekt fruit, kruiden en specerijen. Nu weet ik tenminste hoe vanille, nootmuskaat, kardemon, kaneel, kruidnagel, citronella, jackfruit en broodvrucht er ‘in het wild’ uitzien. De begeleiders maken er een hele show van, met het atletisch beklimmen van een palmboom en het klieven van kokosnoten als apotheose. Natuurlijk is het een commerciële bedoening, maar het enthousiasme van de jongens maakt het verschil.
Al bij al heb ik het gevoel dat het in Zanzibar niet zo slecht leven is. In de dorpjes die je onderweg tegenkomt, is het bestaan nog heel primitief, maar omdat alles er zo welig groeit en bloeit, hoeft niemand honger te lijden. Als één van de eerste landen in Afrika heeft Tanzania een totaalverbod op plastic zakken uitgevaardigd, er wordt verstandig met water omgesprongen. En hakuna matata en pole pole (niet stressen) lijkt de inwoners op het lijf geschreven. ‘Kom je nog terug?’, vraagt de oude man die ’s morgens bij het hotelontbijt de eitjes bakt. ‘It’s paradise’, wijst hij met zijn spaan naar de wuivende palmen. En voegt er filosofisch aan toe: ‘Paradise for you, half-paradise for me.’ Ik begrijp wat hij bedoelt.
Door Linda Asselbergs
Foto’s: Marc De Block
Vanuit Brussel is Zanzibar (mits een tussenstop) te bereiken met verschillende luchtvaartmaatschappijen: Ethiopian, Emirates, Qatar Airways, Turkish Airlines, KLM. De kortste vlucht is de rechtstreekse met TUI Fly.