Alle Instagramquotes ten spijt: oud worden is klote
Zes uur ‘s avonds. Ik sleur Davy naar het ziekenhuis want zijn been ziet eruit alsof er iets onder het vel zit te broeden. Hij is al twee dagen het meterhoge gras aan het maaien waarin de lokale fauna zich permanent heeft gevestigd en werd erop afgerekend.
Op de spoedparking zwalpt een halfnaakte man met een gespalkte arm rond, de wachtzaal zit afgeladen vol, tegen de muren staan stretchers met kreunende slachtoffers en de receptioniste verschanst zich achter enkele grijze klasseermappen uit de orthopedagogieafdeling. Ze wijst ons vriendelijk een stoel aan. We bereiden ons voor op een lange avond, maar na enkele seconden al wordt een naam afgeroepen die klinkt als die van Davy. Een verpleegster wiens bureau in de gang staat, doet een vooronderzoek waarna ze ons elk een geel bandje overhandigt. “Ga naar het blauwe vierkant en volg de gele lijn op de vloer,” zegt ze vriendelijk. Deze leidt naar een lift waar nog maar één knop functioneert, de rest van het bedieningspaneel is er ooit door iemand uit gerukt. We belanden op de oncologieafdeling. Overal zitten velhotes – oudjes, in ziekenhuiskleedjes er verslagen bij en ik houd Davy zijn hand vast. Alle Instagramquotes ten spijt: oud worden is klote. Wel goed dat er hier geen schaamte over bestaat: het is wat het is.
En wat betekent dat blauwe vierkant eigenlijk. Een kamer? Een herontdekt schilderij van Malevich?
Maar nu nog niet als het even kan. Davy heeft een allergische reactie, toch? En wat betekent dat blauwe vierkant eigenlijk. Een kamer? Een herontdekt schilderij van Malevich? Aan een balie vraag ik hoe we terug naar de begane grond geraken want de lift wil enkel opwaarts en er valt nergens een trap te bespeuren.
“Maar dit is de begane grond!” zeggen enkele verpleegsters verbaasd. Ze lachen.
Ik vraag dan maar beschaamd en vol achterdocht waar zich het blauwe vierkant bevindt maar dat weten ze niet.
“Een blauwe kamer misschien?” probeer ik. “Een vortex naar een parallelle, gezonde wereld?” Een van de verpleegsters wil het voor ons uitzoeken. Ik snap er echt niets van want we stappen de lift in… Die het finaal heeft opgegeven.
Via de voordeur naar buiten dan maar. We passeren de spoed, betreden via een andere ingang het ziekenhuis en belanden opnieuw in de gang met gele lijn. Of iemand weet heeft van een blauw vierkant? Een arts lacht zijn tanden bloot en wijst naar twaalf blauwe tegels op de ziekenhuisvloer waar een verpleger de bandjes controleert en patiënten naar de juiste afdeling verwijst.
“Cool,” zeg ik suf.
“Jobcreatie”, antwoordt Davy droog.
Een minuut later lopen we het zonlicht in, langs de halfnaakte man met verwarde ogen
In de wachtzaal houdt een jongeman een plastic zak vol water boven een gezwollen hand. Raad hoe lang die hier al zit… Ook de halfnaakte man van op de parking is er bij. Na anderhalf uur – I kid you not, geeft ook de intercom de geest. Iedere naam wordt vanaf het kabinet, door de gang tot in de wachtzaal afgeroepen. Een halfuur later is het onze beurt en een piepjonge, overwerkte arts werpt een korte blik op Davy zijn been.
“Woon je op het platteland?” vraagt hij zonder verder onderzoek.
“Klopt,” antwoordt Davy.
“Dat is belangrijk om te weten,” verklaart hij en hij schrijft antibiotica voor. “Helemaal uitnemen. Volgende!”
Een minuut later lopen we het zonlicht in, langs de halfnaakte man met verwarde ogen.
“Zeker een aliën uit jouw vortex die met de efficiëntie van het menselijke ras komt lachen,” grapt Davy.
En ik geloof hem.