Het is laat op het seizoen, maar toch nog behoorlijk druk in Domburg, de badstad die schilders als Mondriaan en Toorop inspireerde. Het ideale seizoen om de elektrische fiets van stal te halen. De eerste dagjesmensen zoeken een plekje op de terrassen van de strandpaviljoenen. Op de hoek van de Badstraat verkopen ze broodjes met haring en fijngesnipperde ui, en worden moten gepaneerde witvis in het sissende vet gegooid. Ik hoor heel wat Vlamingen, nog meer Duitsers, hier en daar zelfs een verwaaide Fransman die om een bordje ‘smokéd salmòn’ verzoekt.
In Oostkapelle, na een paar kilometer, fiets ik natuurgebied De Manteling in. De naam ‘De Manteling’ geeft al van oudsher de functie van het bos aan: het beschermt het noorden van Walcheren als een dekmantel tegen de felle zeewind. Het bos oogt prachtig. De kruinen lijken naar elkaar toe te groeien, en laten spaarzaam zonlicht door in bundels van fel oranjegeel licht. Opvallend zijn de bomen die de Duitsers hebben afgezaagd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze hebben vreemde, bizarre vormen gekregen, grillig, spookachtig, afgebroken in de groei. Een mooi symbool voor een periode die ze hier maar wat graag willen vergeten.
Ik kan bij de schapen, de schapen niet bij mij
Ik las een pauze in bij Uitspanning Oranjezon. Het terras lonkt, de glazen zijn koel, de buiken hongerig. Kinderen kunnen er naar de speeltuin onder de oude kastanjelaar, of anders naar de dierenweide. Ik bestel een tosti met Zeeuwse geitenkaas en rucola en drink er een glas zomerse sauvignon blanc bij. Eentje mag. Wat verder op de Vroondijk zit landwinkel en minicamping Schorre. De familie Duvekot verkoopt er fruit uit eigen boomgaard, maar maakt ook sap en jam en zelfs ijs van de kiwibes, dat een lokale specialiteit aan het worden is. De winkel heeft ook boerenzuivel in huis, noten, delicatessen, maar ook crèmes op basis van schapenwol, servies en andere snuisterijen om mee te nemen als cadeau.
‘Gaat u maar even een kijkje nemen op de schapendijk’, roept mevrouw Duvekot me nog na. ‘Er staat een trapje waardoor je gemakkelijk op de dijk kunt.’ Het trapje vervult zijn functie naar behoren. Ik kan bij de schapen, de schapen niet bij mij. De dieren blijken ook bijzonder nieuwsgierig, al weet ik niet goed of die ene ooi daadwerkelijk aan mijn camera wil ruiken of haar twee maanden oude lammeren wil beschermen.
Het klopt allemaal: de kleuren, de geuren, de smaken, de details
Het keerpunt ligt in Veere. Middelburg is de bekendste stad van Walcheren, maar Veere heeft het hoogste postkaartgehalte. De Kaai is Nederland zoals de boekjes op school het omschrijven: koopmanshuizen met trapgeveltjes, bontversierde fietsen, de obligate haringkar, krijsende meeuwen en water zover je kijken kunt. Aan de oever liggen plezierjachten aangemeerd, de meeste van een paar meter, sommige met een boeg zo groot en indrukwekkend dat ik vrees dat ze straks het havengat niet meer uit kunnen.
Er is in Veere een topchef aan het werk, Gentenaar Xavier Aelterman. Hij kookt in het Romantik Hotel Auberge de Campveerse Toren, waar ik ’s middags een bereiding met Oosterscheldekreeft, zeekraal, lamsoor en witte worst van krab met gerookte zalm eet. Verwacht geen hippe, trendy smaken, maar dat hoeft niet. Het klopt allemaal: de kleuren, de geuren, de smaken, de details. Een topadres voor een romantisch weekend met z’n tweetjes. Genieten aan het water.
Ik trap in boostmodus naar boerderij Schellach, op de weg naar Middelburg. Je kunt aan alles zien dat men hier wéét hoe je gasten moet ontvangen. Overal staan pijltjes, rechts naar de stallen en de kaasmakerij, links naar de hoevewinkel. Terwijl je hier je inkopen doet, kunnen de kinderen wat ravotten met de go-cart, of anders gewoon de kalfjes wat hooi toestoppen. Schellach maakt voortreffelijke rauwmelkse kaas van het type Gouda. Boerenkaas in jonge, belegen, oude of voor de connoisseurs, overjaarse versie. Dat is de brokkelkaas. In het seizoen wordt weleens wat zeekraal en lamsoor door de wrongel gemengd, zodat de kaas een fijne, zilte nasmaak krijgt. Er is Gouda met komijn en kummel, met mosterdzaad, maar de nadruk blijft op de pure, zuivere smaak van de boerenkaas liggen: smeuïg, vol, net vet genoeg. Je krijgt er nooit genoeg van. In de landwinkel kun je ook hangop krijgen, dat typische Nederlandse product dat niet meer is dan langdurig uitgelekte plattekaas – waardoor je een romige consistentie krijgt. Bijna een mousse van karnemelk. Schellach verkoopt ook biobrood, Zeeuwse honing, fruit en groenten, kortom alles om een heel vakantieweekend of zelfs volle week door te komen als je een huisje huurt op Walcheren.