Het regent water zo dik en ondoordringbaar als overgordijnen als ik bij Terneuzen de Westerscheldetunnel inrijd. Het zwerk ziet zwart en even vrees ik dat Zeeland niet meer bestaat wanneer ik na zes kilometer weer aan land wil. Iepen en beuken en berken schudden hun oranjegrijze vacht af, en ik denk aan moeder die vroeger het beddengoed verluchtte door het een bolwassing te geven en daarna over de reling van het raamkozijn te hangen.
Goes ligt even later te dampen in eigen vaartkom, nog na te hijgen van de plensbui, als een hond die afwil van het regenwater. Ik hup tussen de plassen door, trek de kleppen van de duffel wat strakker aan en loop naar de Stadshaven, die als een aambeeld tussen de Kleine Kade en de Grote Kade ligt geplet. We drinken sterke koffie en eten appelcake in het babyroze Honeypie, waar de eerste klanten van de ochtend druppelsgewijs een plaats vinden. Ik moet zelf glimlachen om de vergelijking, maar besef al gauw dat het geen zin heeft. Het is inmiddels gestopt met regenen, en over Goes hangt nu enkel nog dreiging. In de verte, over het Veerse Meer, priemen de eerste zonnestralen als jakobsladders door de zwangere wolken.
Hebben zeehonden wel vinnen, vraag ik me af?
Wat is Goes mooi. En waarom kende ik Goes niet? Wat is het toch met dat vermaledijde schrijversvolkje dat de halve aardbol bereist en niet eens zijn eigen achtertuin kent? Al dat water geeft me een instant vakantiegevoel, en dan zijn we nog niet eens echt onderweg. Sluiswachters halen bruggen op, zwaaien, we zwaaien terug, roepen iets over het weer. Daarin verschillen Vlamingen dan weer niet van Zeeuwen. Het duurt nog wel een half uur vooraleer we de laatste woonsten achter ons laten en, zoals dat heet, het ruime sop kiezen. Goes wordt met de minuut kleiner, tot het nog een herinnering is aan koffie en cake. En plassen waar kinderen met gummilaarsjes zich in vermaken.
We varen langs en onder de Zeelandbrug, die volgens onze gids een lengte van precies 5022 meter heeft. ‘Ooit was het de langste van Europa, tot Kopenhagen en Malmö met elkaar werden verbonden.’ En de Deense tv plots populaire krimi’s begon te maken, denk ik erbij. Zo’n brug leent zich met al die grijstinten ook in Zeeland uitstekend tot het produceren van een ravissante film noir. Op de zandplaat liggen wel veertig zeehonden te draaien en wentelen. Als we naderen, steken ze de kop op, alsof ze een hinderlaag verwachten, een entering op volle zee. Sommige dieren gaan brullend en kwekkend kopje onder, andere zijn te lui om een vin te verroeren. Hebben zeehonden wel vinnen, vraag ik me af?
‘Het ruikt helemaal niet naar oester’
De Oosterschelde blijkt een uitzonderlijke habitat voor allerlei vogels, zeehonden en bruinvissen, waarvan we na wat speuren uiteindelijk toch een paar exemplaren zien. Op Middelplaten hossen normaal ook een aantal wilde paarden rond, maar die hebben vandaag het zekere voor het onzekere genomen. En voor het overige is dit natuurlijk wel het grootste nationale park van Nederland! Dat vergeten zelfs de Nederlanders wel eens. Zeeland is doorgaans een goed bewaard geheim onder de rivieren, een ver-van-mijn-bedshow waarvoor je vanuit de Randstad een uur of twee moet rijden. Dan is Vlaanderen een stuk dichterbij. Tijdens weekends en op vakantiedagen komen Vlaamse gasten met heelder drommen naar de Oosterschelde. Om te zeilen of te duiken, horen we. Maar ook om van de oesters en de kreeften te genieten. Sonja van Oestour (grappige naam) vertelt het met zoveel woorden: hier wordt van het leven genoten, mijnheer. Dat kunnen de Nederlanders ook, mijnheer. Jaja, we hadden het niet anders verwacht. Sonja en haar blauwe emmertje lopen intussen over pokdalige rotsen door het slik naar een plek die zo op het eerste zicht ook al door Aziaten is ontdekt. ‘Er komen de laatste tijd heel wat Vietnamezen vanuit Duitsland oesters rapen. Het mag. Elke volwassene mag een emmertje vol rapen. Dat is al gauw een kilo of tien.’
We waden door modder en mos, en op een stukje moeras dat me aan drijfzand doet denken. ‘We moeten snel zijn. Het tij komt verraderlijk snel opzetten.’ Sonja plukt net onder de waterlijn snel en behendig enkele wilde oesters, en toont ook een stuk maanrots dat aan elkaar geklitte wilde oester blijkt te zijn. Met kleintjes die zich aan de moeder vasthechten, we vinden even geen betere manier om het uit te drukken. Natuurlijk proeven we, het vruchtvlees smaakt zilt en schoon. ‘Het ruikt helemaal niet naar oester,’ vindt iemand. En dat is het precies. Het zijn verse, wilde schelpdieren, ongerept in een natuurlijke habitat. Terug aan wal bereidt Sonja haar oesters met vinaigrette, op de barbecue, gegratineerd en in een Amerikaanse chowder, die sterk en warm smaakt na een paar uur met de neus in de wind.
We varen van het Goese Sas naar het Veerse Meer en liggen een kwartier stil in de sluis. Het Veerse Meer, dat luidt een van de mooiste plekken van Nederland te zijn. En ideaal om te zeilen! Het water is er zo glad als een spiegel. ‘Perfect om te leren varen,’ vertelt de schipper. Ik zie restaurants aan wal, masten van plezierjachten die zachtjes dobberen, hier en daar enkele huizen die weggelopen lijken uit New England, met van dat witgebeitst hout. Geen deurbel, denk ik, maar een ouderwetse klepel. En touwen aan de trapleuning. Scheepsknopen in een kader. Blauw-wit behangpapier.
Dit Nationale Park Oosterschelde is inderdaad een uitgelezen idee voor een dag of weekend op en rond het water. Je kunt zelf varen of je laten varen. Je kunt wilde dieren spotten. Je kunt wilde dieren eten! En je kunt gewoon lekker van de lokale gastronomie genieten in restaurants zoals Den Baas en zijn Madam in Wolphaartsdijk, dat voor mij alvast de prijs krijgt voor meest humoristische menukaart. Of wat dacht je van ‘Gamba’s van de camion gevallen toen ik der achter reed, kheb ze meegenomen en niets gezegd. Diene keirel weet van niets. Ge krijgt er tiene.’ Vleesliefhebbers moeten het stellen met ‘Een Belgse varkenssteak mee Gentse mosterdsauce van den Aldi, kost mij € 1 inkoop en ik verkoop da aan under veur… (gouwe gandel).’ Ach, Vlamingen hoeven zich nooit te vervelen in Zeeland.
Door Toni De Coninck.
Met medewerking van Goes is Goes, Honeypie, Oestour, Den Baas en zijn madam.
Update 22/01/2021. Er geldt nog tot 1 maart 2021 een recreatief reisverbod voor Belgen naar Nederland. Volg de richtlijnen van de overheid. Meer info via deze link.