Het is anderhalf uur rijden van de luchthaven Pablo Picasso naar hotel La Bobadilla, dat bij aankomst meteen prijsgeeft waarom het de toevoeging ‘Royal Hideaways’ krijgt: alleen al de oprijlaan oogt statig en majestueus, kilometerslang tussen rijen honderdjarige olijfbomen en andere mediterrane beplanting. In de Sierra de Malaga had de bewolking zich samengepakt in een donkergrijze klonter en uit de forse cumuli vielen dikke druppels die zwanger waren van Afrikaans woestijnstof.
Ik vind het altijd weer merkwaardig hoe schijnbaar uit het niets in Andalusië kastelen en hacienda’s opduiken.
Ik vind het altijd weer merkwaardig hoe schijnbaar uit het niets in Andalusië kastelen en hacienda’s opduiken, met hun lommerrijke patio’s vol bougainvillea’s en klaterende fonteintjes en laaghangende oranje dakpannen. En altijd weer die Moorse invloeden, al zijn de meeste redelijk recent, aangebracht om de bezoeker eraan te herinneren dat die Arabieren naast hun onhebbelijke karakter ook de zin voor geometrie en schier wiskundige schoonheid hadden achtergelaten.
Welnu, het Royal Hideaways La Bobadilla is zo’n merkwaardig hotel. Het is vast een stuk nieuwer dan de bouwstijl doet vermoeden, maar daar maalt niemand om. De lobby baadt in fel licht dat langs kamerbrede ramen binnenvalt en in de gang naar wat later heuse suites blijken te zijn, hangen en staan antieken kunstwerken. Ik blijf lang dralen in een argeloos wachtzaaltje, halverwege de tocht naar mijn kamer, met blauwe motiefjes, een rustbank en alweer dat zachte gutsende water waar je terstond rustig van wordt.
Touroperator Caractere, die er overigens om bekendstaat vooral hotels voor meerwaardezoekers te selecteren, heeft het goed voor elkaar met hun reeks belevingen die zij ‘buitengewoon’ noemen. En dat zijn ze ook. Wie bij Caractere een vakantie uit het gamma ‘buitengewoon’ boekt, is er niet alleen van verzekerd in een bijzonder bed te slapen, maar ook enkele excursies op maat te hebben. En dan spreken we niet over ‘volg de gids’-excursies, maar over een individuele ontvangst, een écht gesprek, het overbrengen van passie.
Geheimtip één. De kaviaar van Riofrio. Nu mag je er donder op zeggen dat, wanneer je aan tien mensen in je straat vraagt waar de kaviaar vandaan komt, er bij benadering negen Rusland en Iran gaan antwoorden. ‘Mis,’ zegt David als we aan een eerste zoetwaterbassin vol jonge steur staan. ‘De Kaspische Zee is zo goed als leeggevist. Ik geef een miljoen aan wie er nog een wilde steur vindt.’ En dus wordt alle kaviaar gekweekt, om zo te zeggen? ‘Precies, maar dan op een manier die de beste omstandigheden in de vrije natuur niet alleen benadert, maar zelfs overtreft. Wij hebben het geluk met brandschoon water van zo’n twaalf graden te kunnen werken, dat ons rechtstreeks uit de sierra wordt aangeleverd. Op natuurlijke weg. En dan is het aan ons om de bassins te maken, en geduld te hebben, veel geduld.’
Een steur moet vijftien, twintig jaar worden.
Een steur moet vijftien, twintig jaar worden en liefst nog een stukje ouder alvorens de eieren voldoende wasdom bereiken om ze kaviaar te noemen. Dat verklaart voor een stuk de prijs van het goedje, naast uiteraard ook de vraag in de gegoede emirpaleizen en Chinese mogolhuizen. Caviar Riofrio is overigens de allereerste kwekerij van steur die bio mag genoemd worden. Eén van hun producten is 100 % biologisch.
Olijfolie is gemeengoed in deze regio, overal waar je kijkt staan olijfgaarden.
Geheimtip twee. De olijfolie 100 Caños, van de innemende, geheel en al uit passie opgetrokken German Garcia Aguilera. Olijfolie is gemeengoed in deze regio, overal waar je kijkt staan olijfgaarden. De bomen netjes in het gelid – dat zijn de nieuwe, of eerder verspreid over een heuvel of akker. Daar vind je de ‘centenarios’, en met wat geluk ook een ‘milenario’, een boom die de leeftijd van duizend jaar overschreden heeft en een bast bezit met een omtrek waarvoor je wel drie mensen nodig hebt om hem helemaal te omspannen.
German leidt me trots door de boomgaard naast de molino jabonero, zoals het domein officieel heet. Het is voorjaar, en dus zijn de bomen kaal, met uitzondering van één of twee stuks waar German de vruchten heeft laten hangen om aan de bezoekers minstens te kunnen tonen hoe een olijf eruitziet wanneer hij aan een tak hangt. We doorlopen het gehele proces, van het kleine bittere olijfje tot de ouwerwetse manier van oogsten, met draaiende, grof geweven matten en de hoogtechnologische manier waarop dat vandaag gebeurt. ‘De rest is romantiek,’ vertelt German. ‘Het gebeurt vandaag veel ecologischer, gezonder en efficiënter dan vroeger.’
100 Caños verzamelde nogal wat prijzen en andere accolades en wordt onder meer aan boord van Iberia’s internationale businessklasse geschonken. En German, die blijft er allemaal bescheiden bij. De molino jabonero is geen groot bedrijf. Het moet allemaal behapbaar blijven voor het gezin en een pak seizoensarbeiders als er geoogst wordt.
Over de gezondheid is zowat iedereen het eens: extra virgen olijfolie van deze kwaliteit biedt alleen maar voordelen.
We proeven een mengsel van hojiblanca en pajarero, twee soorten olijven die vaak voorkomen in de Sierra de Malaga, en daarna ook nog hojiblanca oro, de olijfolie die in Londen vorig jaar zo goed was dat ze hem meteen maar een platinum medaille gaven. ‘Uitstekende olijfolie is niet duur,’ zegt German. Wij verkopen onze flessen voor tien euro. Dat is wellicht meer dan de olie die jullie in de supermarkt kopen, maar vergelijk het met wijn. Een waarlijke topwijn zal niet twee, maar misschien twintig keer meer kosten dan de wijn die je in normale omstandigheden koopt.’ Over de gezondheid is zowat iedereen het eens: extra virgen olijfolie van deze kwaliteit biedt alleen maar voordelen, en hoort thuis in een cardiovasculair dieet. Nu alleen nog België en Nederland overtuigen.