It’s corona time. Een pandemie. Geen enkel land blijft gespaard, ook Denemarken niet. Ik ben een studente en mocht daar op uitwisseling gaan. En uiteraard had ik de tijd van mijn leven, mijn hartje was verkocht, tot Corona niet ‘zomaar een griepje’ bleek te zijn en ernstig werd genomen.
11 maart
Er werd aangekondigd dat de scholen gingen sluiten voor twee weken. Alle clubs en restaurants die een grotere capaciteit dan 100 mensen hadden, werden ook gesloten. Ik was lichtjes in paniek, maar het viel nog wel mee. Twee weekjes, dat is snel gedaan. De supermarkt tegenover de studentenresidentie waar ik woonde, Bilka, stond even in de spotlights. Een gigantische winkel, maar in een mum van tijd zonder eten. Dat bleef gelukkig bij 1 dag, want toen ik twee dagen later naar de winkel ging, waren de schappen terug vol, inclusief het schap met toiletpapier.
13 maart.
Wat is het leukste dat een mens kan doen als hij niet naar buiten mag? Eten! En een beetje wijn drinken. Dat hadden we nodig wanneer we het nieuws te horen kregen dat de grenzen van Denemarken zouden sluiten de komende dag om 12u ’s middags. Op dat moment was nog niemand van onze vriendengroep van plan om te vertrekken. Maar toch, het was een eng gevoel.
17 maart.
Meer en meer vrienden beslisten terug te keren tot de school terug geopend werd. Het gebouw liep langzaam leeg en toen was ik ook aan het twijfelen geslagen. Maar ik kon terecht bij een vriend van het gebouw die ik heel goed heb leren kennen. Zo’n rare situatie, het schept een speciale band. Hij is Deens, dus hij kon me updaten over wat er allemaal gezegd werd in de speech van de Eerste Minister wanneer de regels nog een beetje verstrengd werden. Na de toespraak van de Eerste Minister was er eentje van de koningin. Een historische gebeurtenis, want het was sinds de speech van Christian X bij het einde van de Tweede Wereldoorlog geleden dat een regent sprak tot de natie, buiten de jaarlijkse toespraken op nieuwjaar. Het enge gevoel vervormde zich tot een knoop. En ik kreeg hem niet los.
Dit mag niet gezien worden als het einde, maar het is een nieuw begin
20 maart.
Naar Finland gaan stond aanvankelijk in mijn agenda. Met een kotgenoot van vorig jaar zou ik een weekendje naar Finland gaan om een vriendin te bezoeken die ook een semester op kot had gewoond omdat ze op uitwisseling was in België. We wisten natuurlijk al een klein tijdje dat dit niet meer ging doorgaan. Toch maakte ik die dag een andere reis, terug naar huis.
Ik had een paar dagen geleden het advies van school gekregen om terug te keren. Eerst wilde ik daar blijven. Ik zat daar goed, in mijn kot in Kopenhagen. En daar blijven versterkte de illusie dat het wel opgelost zou zijn na enkele weekjes. Maar de gedachte dat ik mogelijks niet meer kon terugkeren, beet in mijn hoofd. Wat als er iets zou gebeuren met mijn familie? En ik wilde ook niet dat mijn ouders nog ongeruster dan anders zouden zijn. Dus ik keerde terug naar België. Na amper twee maanden voelde het daar in Denemarken al aan als een thuis. Een plekje met mijn eigen ritme en gewoontes, waar ik mijn vleugels kon spreiden. Toen ik enkele jaren geleden opgesloten zat in een ziekenhuiskamer, was mijn droom om die vrijheid te voelen. En die was nu abrupt geëindigd. Uiteraard mag ik nu van geluk spreken, want ik ben gezond en mijn familie is gezond. Voor mijn ouders zal het ook wel wennen zijn aan mijn terugkeer en mijn nogal zure bijhorende gemoedstoestand.
Ik heb een peptalk gekregen van een vriendin in Denemarken. Dit mag niet gezien worden als het einde, maar het is een nieuw begin. En we hebben toch zoveel dingen meegemaakt. Wat zou erger zijn: ze nooit meegemaakt hebben of ze nu moeten missen? Ik zou ze voor geen geld willen missen. En nu moet ik even nadenken welke verhalen geschikt zijn om met jullie te delen… knipoog.
Maar geloof me, het is een koffer vol verhalen die ik wil bewaren. Misschien is dat de reden waarom ik mijn koffers nog niet heb uitgepakt.
Door Eva D’Haese.