In een opiniestuk in de krant De Morgen van maandag 4 januari stelt professor geneeskunde aan de Columbia University in New York Hans-Willem Snoeck dat reizigers niet het grootste probleem zijn van deze coronapandemie. Hun ‘meerwaarde’ in de besmettingscijfers is niet exponentieel maar lineair. Men spreekt pas van een ‘golf’ wanneer de R-waarde verhoogt, en er is een veel groter risico dat dit gebeurt als de scholen opengaan en de meeste mensen terug aan het werk gaan.
In een reactie op die column de dag nadien vertelt professor ethiek aan de Ugent Freddy Mortier waarom die naar eigen zeggen ‘nuchtere denkoefening’ geen steek houdt. Het gaat immers niet louter om een wiskundig model maar om een ‘beleving’ en over hoe het gedrag van de ene persoon de andere beïnvloedt of provoceert. Onder die, weliswaar lineaire, cijfers schuilen vermijdbaar leed, ziekte en dood. Mortier hekelt het zogenaamde free-ridership: de inspanningen van velen worden geschaad door ‘profiteurs die op de verdiensten van anderen teren en na terugkomst persisteren in het kwaad.’ (sic).
Nu vond ik het zelf ook wel een beetje dom van VRT en VTM om de foertstemmen aan het woord te laten, lieden die hun PLF-formulier niet hadden ingevuld en van plan waren de verplichte quarantaine luidkeels aan hun laars te lappen. Daarmee werd de publieke opinie eens te meer beïnvloed, een schier geruisloze machinerie die al enkele weken aan de gang is. Er is op dat vlak een manifest verschil met de eerste lockdown. Het was bijna lieflijk mooi weer, de zomer kwam eraan, het werd vakantie, de mensen hadden zicht op een beetje ontspanning en een terrasje. Zes maanden later is er de facto sprake van een reisverbod en worden reizigers in hun blootje gezet en gecriminaliseerd. Professor Van Ranst spreekt over ‘ruilmarkten voor het virus.’ Dat kan kloppen, maar dan zijn de parkeerplaatsen in de Hoge Venen, de volle trams in Antwerpen en het Lichtfestival in Brugge de grootwarenhuizen van de pandemie.
Al wat je nodig hebt, zijn een paar welgemikte tweets en foto’s om de boel aan het rollen te brengen
Ik zag in het journaal een leerkracht aan de ingang van een school staan met een digitale thermometer. Op reis geweest? Dan moest je onverrichterzake terug naar huis. Een meisje uit het eerste middelbaar moest haar tijd vullen met gamen en een balletje schoppen. Online les werd niet voorzien. Wie niet horen wil, moet voelen. Reizigers als paria’s, als booswichten, outlaws en covidioten. Het is opmerkelijk hoe vaak het woord controle valt als het over mensen gaat die zich van en naar het buitenland verplaatsen. ‘Eén auto om de tien minuten is een beetje te weinig. Er moet strikter gecontroleerd worden.’ Hebben human resources-afdelingen van middelgrote bedrijven ook zo’n controledrift als er een toevallige samenscholing is aan het koffietoestel? Moet de adjunct-verkoopsdirecteur een boete van 250 euro betalen?
Toen ik zondagavond een paar vliegtuigladingen zag aanschuiven bij een politiecontrole op Brussels Airport, was de maat vol. Met een fikse scheut event management en een gezonde dosis crowd control kon dat gehannes echt wel vermeden worden. De luchthaven wéét wanneer er vier vluchten tegeljk aankomen. Dan een – excusez le mot – controle organiseren in de reeds bestaande trechter tussen aankomsthal en roltrappen is gewoon wereldvreemd. Al wat je nodig hebt, zijn een paar welgemikte tweets en foto’s om de boel aan het, euh, rollen te brengen. En de publieke opinie daar te dwingen waar je ze nodig hebt: in het wij/zij-kamp. De goeden tegen de kwaden. Zij die zich aan de regels houden tegenover zij die op reis gaan. Je hoeft het ons bij june. niet te vertellen. Elk reisartikel wordt momenteel met alle zonden Israëls overladen – no pun intended. Shoppen in Antwerpen? Cynisch. Winter in Oostenrijk? Mag niet. Afvoeren, die handel.
De georganiseerde reissector hamert al maanden op correct reisgedrag. Zij zijn per definitie voorstander van testing, tracing, veiligheid. Als het van hen afhangt, stapt er niemand op een vliegtuig zonder eerst getest te zijn. Ze zijn voorstander van een waterdicht systeem, zodat hun missie kan gehandhaafd worden en hun passie gedecriminaliseerd. Op dit moment worden ze in een hoek gedrumd, wordt hen de adem afgesneden en de veerkracht beknot. Achter de schermen vechten beroepsorganisaties voor overbrugging en een wettelijke lange termijnoplossing. Maar ze zijn roepende in de woestijn. In de mainstream media zijn ze al lang kaltgestellt, onder voortdurende druk van experten en een falend beleid. Het zal jaren duren om dat vertrouwen weer voluit te herstellen.
Door Toni De Coninck.