Hier zit ik dan.
Languit en verloren.
In mijn okergele sofa.
Ik begrijp mezelf niet.
Normaal vloeien de woorden zonder enige moeite uit mijn pen – en zéker als het om onderwerpen gaat waar ik in hart en nieren mee verweven ben.
Niet zo lang geleden had ik Toni nog – achteloos en véél te zelfzeker – mijn stoute schoenen, én de vraag “om een column te mogen schrijven” op zijn spreekwoordelijke bord gegooid.
“Als je mijn schrijfsels zo leuk vindt, jump!”, had ik snel nog achterna gepend.
“Ok, Coby, ik jump!”, antwoordde hij. “Schrijf maar over koffie. En hoe jij dat beleeft!”
“Makkie”, dacht ik.
Maar ik dacht verkeerd.
De verkoop van mijn kaffiebar ‘de familie Jansen’ in Oostende ligt nog te heftig te dampen in de drab van mijn filter. En ook de associaties, gevoelens en herinneringen die koffie bij me oproept, zijn met geen enkele pen te beschrijven. Laat staan in een column van om en bij de vijfhonderd woorden.
Want.
Koffie delen…
Is dat niet een beetje in je ziel laten kijken?
Koffie.
Dé stille getuige van ieder mensenleven.
Dat warme kopje zwart goud, dat er steeds weer staat en waar we zo achteloos aan sippen, slurpen, lurken of netjes van proberen te drinken.
Dat dagelijks kopje waar we moed, troost, vriendschap, liefde en energie uit halen en nog liever aan toedichten.
Geboortes, koffietafels, bruiloften, notaristafels, workdesks, wachtkamers, ontbijt- en nachttafeltjes, op je vintage coffeetable in je favo koffiebar, of in een nietszeggend kartonnen beker to go…
Je kan het zo gek niet bedenken en ik moet er dus ook geen tekening bij maken.
Zelfs een minder kopje blijft je bij als je het in liefde delen kan
Dus…
Hoe begin ik hier in godsnaam aan?!
Hier.
In mijn okergele sofa. Mijn hoofd en hart hoogzwanger van ongeboren koffieschrijfsels.
En durf ik, nu, hardop zeggen dat ik thuis schaamteloos aan de oploskoffie zit terwijl ik hopeloos geïrriteerd kan zijn als ik in een koffiebar slechte koffie geserveerd krijg?
Want wie ben ik dan om te gaan oordelen over mindere muziek, raar gebak, slappe koffie of een schreeuwlelijk interieur?
En wil ik stiekem niet alleen maar kundig en hipsterleuk gevonden worden?
Ik pas met vlag en wimpel. Zulke columns zijn niet aan mij besteed.
Laat ik eerst maar eens beginnen met mijzelf uit deze sofa te wurmen en vooral op zoek gaan naar díe koffieplekken die een ziel hebben. Waar koffie volgens de regels van de kunst even centraal staat als het thuisgevoel dat je er hartelijk bij geserveerd krijgt.
En dat, dát zijn er héél wat!
Laat ik dan vooral delen wat er zo intens mooi is aan deze bezoeken en aan de bezieling erachter, zonder te vervallen in koffiejargon.
Want zeg nu zélf. Zelfs een minder kopje blijft je bij als je het in liefde delen kan. En dan liefst languit. En een beetje minder verloren.
Coby