‘Racism is not patriotism’, lezen we op een bumpersticker van de auto die voor ons staat aan de verkeerslichten. Na een lange rit zijn we terug in Ann Arbor. Mijn dochter en ik schieten in de lach. “We zijn thuis,” zegt ze, wijzend naar de sticker. We komen immers uit het Noorden van Michigan waar de Trump-vlaggen en borden met “Our governor is an idiot” gemakkelijk de bovenhand halen.
Na vier jaar begint Ann Arbor als thuis aan te voelen. Op 10 augustus 2016 landden we in Detroit, stapten in een huurauto en reden ons Amerikaanse leven tegemoet. Hoewel heel die periode in een waas verliep, tussen afscheid nemen en het inpakken van een complete inboedel die per container verscheept werd, herinner ik me levendig irrelevante details van die eerste avond. De hitte die ons bij het buitenkomen van de luchthaven in het gezicht sloeg, het rode aftandse busje van Avis dat ons naar de parking bracht en de roomservice met hamburgers in ons hotel.
Dat intercontinentaal verhuizen een administratieve calvarietocht zou worden, dat wisten we toen gelukkig nog niet. Aan de andere kant, we beseften ook niet wat een zegen het was om net in Ann Arbor terecht te komen. Onze nieuwe thuisstad haalt jaar na jaar een goede plek in lijstjes van de meest leefbare steden in de VS, zelfs met de harde winters. En Michigan is een mooie staat.
Deze zomer, zonder oversteek naar België en met een min of meer verplichte staycation, was de tijd rijp om die staat beter te leren kennen en een paar vakjes aan te vinken op de ultieme Michigander-lijst. Overigens, zoals in Amerika nu ongeveer alles gepolariseerd is, bestaat er ook discussie over hoe je een inwoner van Michigan moet noemen. Michigander zeggen veruit de meesten, anderen zweren bij Michiganian.
Waar iedereen het wel over eens is: de zomervakantie breng je Up North door, of boven de lijn die je op een kaart kan trekken tussen de steden Grand Rapids in het westen en Flint in het oosten. Grenzend aan vier van de vijf Grote Meren heeft Michigan – dat bestaat uit 2 schiereilanden – een kustlijn van meer dan 5.000 km en 11.000 inlandse meren. Grote stukken van de staat zijn dicht bebost.
Op Mackinac Island ga je terug in de tijd. Auto’s zijn er niet toegelaten
Met een bubbel van vriendinnen hebben we op de valreep nog een chalet kunnen vastkrijgen in een slaperig dorp vlakbij Lake Michigan en de Mackinac-brug (die het onderste en bovenste schiereiland met elkaar verbindt). Op de I-75 naar het noorden zien we veel mobilhomes rijden en pick-up trucks met een caravan of boot erachter (en in de winter zijn het dan sneeuwscooters).
Hoe noordelijker, hoe minder volk, wat ons deze zomer goed uitkomt. In het dorp waar we verblijven heeft het lokale benzinestation dat ook als kruidenierswinkel en traiteur dienst doet, wat weg van een decor uit Twin Peaks. Verder in de piepkleine downtown: een kunstgalerie, een koffiehuis, postkantoor, 2 kerken, een souvenirwinkeltje en het in Michigan legendarische restaurant Legs Inn. Maar we zijn niet naar hier gekomen om gezellig op een druk terras te zitten. Ja, het terras van onze cabin, of op een verlaten strand, alles om een veilige vakantie te hebben, ver van mensen.
Dat lukt gemakkelijk, in het Wilderness State Park vinden we een perfect strand waar we haast alleen zijn. De duizend tinten blauw van Lake Michigan moeten niet onderdoen voor Caribische droomplaatjes. Een meer heeft trouwens voordelen: geen zout water en geen haaien. Great Lakes. No Salt. No Sharks. No Worries. is een populaire slogan op allerhande Up North T-shirts en souvenirs.
Zwemmen, strandwandelingen, picknicken, genieten van spectaculaire zonsondergangen en sterrenhemels en – hoewel niet uniek voor Michigan – S’mores op een kampvuur (geroosterde marshmallows en Hershey chocolade tussen Graham crackers): check! De zomerse Lake Michigan ervaring kan ik alvast aanvinken. Helaas is het niet het seizoen voor het Noorderlicht.
Op naar Mackinac Island dan, een vakantie-eiland in Lake Huron, tussen de twee schiereilanden in. Mackinac Island is een begrip en op een warme zomerdag is het niet ongewoon dat 15.000 dagjesmensen het eiland bezoeken. Op de ferry naar daar is het te druk naar onze zin, maar de wind waait hard op het buitendek en iedereen draagt een mondmasker (hoewel de onvermijdelijke onnozelaar niet ontbreekt: hij draagt een Trump-Pence-2020 masker uitdagend onder zijn neus).
Op Mackinac Island ga je terug in de tijd. Auto’s zijn er niet toegelaten, het majestueuze Grand Hotel oogt nog even Grand als 130 jaar geleden, paardenkoetsen rijden op en af, de gouverneur van Michigan heeft er een zomerse ambtswoning. We huren een fiets en maken ons snel uit de voeten. Even buiten de hoofdstraat is het veel rustiger en kunnen we zonder Covid-stress het eiland verkennen. Voor we terug op de ferry stappen, trotseer ik nog even wat volk om een stuk fudge te kopen, een specialiteit op het eiland. Ik kies voor donkere chocolade met walnoten en dat wordt in een roze retro doosje verpakt, met een plastic mesje, zodat je er meteen kan aan beginnen. De ultieme Michigan-eilandervaring: check!
Wij zijn dan weer “trolls”, omdat we “onder” de brug wonen…
Op de Michigander-lijst staat ook een brug. Mackinac Bridge: check! Het is best indrukwekkend om op de 8 kilometer lange hangbrug te rijden, over de Straat van Mackinac waarin Lake Michigan en Lake Huron samenkomen. Voor de bouw van de Mighty Mac, die in 1957 open ging, moest je een ferry nemen om van het onderste schiereiland naar het bovenste te gaan, naar de Upper Peninsula, kortweg de UP. Inwoners worden daarom Yoopers genoemd. Wij zijn dan weer “trolls”, omdat we “onder” de brug wonen…
We zijn maar een dag of vijf Up North en dus moet ik mij tevreden steden met een korte autorit in de UP. We nemen de US2 die langs Lake Michigan slingert en voor spectaculaire vergezichten zorgt. We parkeren de auto lukraak in de berm van die autostrade en gaan zwemmen vooraleer we via de Mackinac-brug terugrijden. Van de UP zag ik maar een tip, er valt nog zoveel te ontdekken: Lake Superior, uitgestrekte wouden, sneeuw tot begin mei, weinig mensen en vooral dat ver-van-de-wereld gevoel. De UP vink ik nog niet af. Ik ga zo snel mogelijk terug, zoals het een Michigander betaamt.