Nog tot minstens 1 mei is hier een ‘stay-at-home’ order van kracht. Zoals de meeste Michiganders blijf ik, met man en kinderen, sinds 12 maart in mijn kot in Michigan.
Onze fiere Great Lakes State, grenzend aan 4 van de 5 Grote Meren, haalde vorige week het nieuws en was op slag internationaal berucht. Een van de eerste anti-lockdown betogingen ging namelijk in Lansing door, onze politieke hoofdstad. Een paar duizend toeterende wagens blokkeerden de toegangswegen tot het Michigan State Capitol, het parlement. Het was natuurlijk niet de autokaravaan die Michigan te kijk zette, maar een 150-tal betogers dat te voet naar het Capitool stapte. Het waren vooral mannen, in dichte drommen bijeen, want dat virus is overroepen en afstand houden is voor pussies. Ze droegen fier wapens, Trump-slogans en Amerikaanse vlaggen. Sommigen hadden een Make America Great Again-petje op en hier en daar sleurde iemand met een confederale vlag. Kop van jut was de democratische gouverneur Gretchen Whitmer, door de president neerbuigend “that woman of Michigan” genoemd.
De betogers vonden de lockdown te streng en te lang. In een interview met een lokale tv-zender maakten een paar betogers hun grieven concreet. “Zie je deze uitgroei,” schreeuwde een vertwijfelde vrouw, wijzend op haar grijs haar. “Ik moet naar de kapper kunnen.” Een man in camouflagepak was woest omdat hij geen verf kon kopen en zelfs geen pesticiden voor zijn grasperk.
Ik snap dat je over de uitwerking van een stay-at-home order uitgesproken opvattingen kan hebben. Is het zinnig om de tuincentra en doe-het-zelf-zaken te sluiten als de supermarkten open blijven, dat was hier een heikel thema. Idem de regel dat je wel met een kayak het water op mag, maar niet met een motorboot (en ik verzeker je: boating is big in Michigan). Ik begrijp zeker dat mensen terug aan het werk willen.
Maar je moest geen 2 minuten naar de betogers luisteren om te weten dat het hen daar niet echt om te doen was. Ze waren in Lansing om ‘Heil Whitmer” te scanderen, want zo’n quasi lockdown, dat was een regelrechte dictatuur, niets minder dan een aanslag op op hun fundamentele burgerlijke vrijheden. Kwaad met geweren en vlaggen zwaaien, dat ziet er noch buitengewoon gezellig noch intelligent uit en net zo kwam Michigan in het nieuws. Al snel bleek echter dat zo’n betogingen ook in andere staten opdoken, georganiseerd en geregisseerd door een klein groepje uit extreem-rechtse kring, onder Twitter-applaus van de president zelf.
“Zijn jullie hier nu nog, geen plannen om terug te gaan?”
Vrienden en familie in Belgie die beelden van Lansing op het nieuws of in de krant zien, maken zich zorgen. Een variant op “Wie wil/durft er nu nog in de States wonen?” hoor ik ongeveer elke dag. Daarbij komt nog dat de fratsen van die vreselijke Joe Exotic (de Tiger King van de druk bekeken Netflix-serie) evenmin geslaagde PR zijn voor het Amerikaanse imago.
Net na de verkiezing van Donald Trump in november 2016 las ik in Vrij Nederland een goed stuk over de grote verschillen in het uitgestrekte Amerika, verschillen tussen staten en tussen steden. “De ene Amerikaan woont in een hellhole, de andere in een bubble”, schreef Freke Vuijst in “De niet zo Verenigde Staten van Amerika”, een titel die niet alleen de teneur van het artikel maar ook Amerika zelf perfect samenvat.
Michigan is 8 keer groter dan Belgie en heeft bijna 10 miljoen inwoners. “Dit is niet mijn Michigan, dit is niet mijn staat,…,” veroordeelde een Detroit Free Press columnist de betoging in Lansing. Een protest van een paar duizend man, versus een bevolking van 10 miljoen.
Dat vertel ik aan bezorgde vrienden. Ik vertel ook dat Michigan lang geen uitgesproken Republikeinse staat was. Trump heeft hier inderdaad gewonnen in 2016, weliswaar met een piepkleine marge, maar het was van George H.W. Bush in 1988 geleden dat Michigan voor een republikeinse presidentskandidaat koos.
In deze coronatijden probeer ik elke dag een wandeling in mijn buurt te doen. De buren die ik tegenkom, gaan netjes uit de weg om de social distance regels te respecteren. Soms praten we even, elk aan een andere kant van de straat. Een van de buurvrouwen maakt telkens weer hetzelfde grapje. “Zijn jullie hier nu nog, geen plannen om terug te gaan?”, waarna ze zich verontschuldigt voor de president en we ons samen vrolijk of druk maken over een tweet of een nieuwsbericht.
In veel voortuinen staan bordjes met politieke en maatschappelijke boodschappen: een hart voor het medisch personeel, ‘Black Lives Matter’, ‘Bernie2020”,.. In mijn stad zie ik een ander Amerika dan dat in Lansing vorige week en mijn stad is geen eiland.
“Maar, komaan, het is te gek voor woorden, die Trump kan toch niet opnieuw verkozen worden?,” krijg ik vanuit Belgie te horen. Even vaak zegt men mij “Hij zal zeker opnieuw president worden, daar valt niets tegen te beginnen. Toch?!”
Ik weet het niet, echt niet. Hij kan zeker opnieuw president worden, maar helemaal zeker is dat niet. Ook veel Republikeinse stemmers kijken met ongeloof naar de dagelijkse Covid19-persconferenties waar de president ofwel in woede ontsteekt als een journalist een vraag stelt die hem niet bevalt, of ronduit gevaarlijke dingen zegt (een glaasje javel, iemand?). In deze coronatijden wordt de uitslag van de komende verkiezingen onvoorspelbaarder dan ooit.
Update: op 23 april telde Michigan 35.291 COVID-19 besmettingen en bijna 3.000 doden. De Stay-at-home order wordt verlengd tot 15 mei. Golfen en met een motorboot varen mag nu wel. Ondertussen hebben een paar gewapende antilockdown betogers nu voor het huis van Gretchen Whitmer postgevat…