‘Stel je voor dat hij nog 4 jaar langer de president was geweest,’ zeg ik tegen mijn man. We zijn met de auto onderweg naar Detroit en er valt een lange stilte. We moeten het niet uitspreken, we weten hoe verkeerd dat zou uitgepakt zijn. In december schreef ik hier dat ik voor 2021 hoopte op een gewoon jaar. Dat is niet echt uitgekomen. De hele wereld zag wat er op 6 januari in Washington DC gebeurde.
Het voorbije weekend, enkele dagen voor de inauguratie van de nieuwe president, voelde aan als stilte na, maar ook voor de storm.
Alle Belgen die in de Verenigde Staten wonen, kregen op vrijdag een email van het Belgische Consulaat in New York. Met het verwachte gewapende verzet in verschillende staten, bevatte de email een veiligheidsbriefing. Verlaat je woning niet onnodig. Als je geweerschoten of explosies hoort, ga dan niet aan het raam kijken. Allemaal goed advies… voor oorlogsgebied. Dat die informatie voor ons relevant zou zijn, hadden we niet kunnen vermoeden toen we naar hier verhuisden.
Maar na de bestorming van het Capitool waren we inderdaad ongerust over wat de week zou brengen.
Ondertussen weten we het: Joe Biden en Kamala Harris zijn ingezworen en een ongelooflijke zucht van verlichting ging door het land. Ik krijg tekstberichten van Amerikaanse vrienden met “happy inauguration day” boodschappen, op mijn dagelijkse wandeling tref ik opgeluchte en opgetogen buren en het is een plezier om op tv de empatische speech van de nieuwe president te horen en om, kers op de taart, even later van mijn sokken geblazen te worden door de jonge dichteres Amanda Gorman met een fantastisch inaugural poem. Ontroerend en emotioneel, de hele inhuldigingsceremonie zal me lang bijblijven. Zo blij ook met deze eerste vrouwelijke VP.
Natuurlijk zijn de immense problemen in dit land niet opgelost door een wissel van de macht, maar het simpele feit dat volwassenen het terug overgenomen hebben van een narcistische boeman en een bende cynici die alleen voor zichzelf rijden, geeft hoop. “For many across America, a Sigh of Relief as a new Era Begins,” kopt de New York Times.
Dit recent aangelegde stadspark ligt op de plek waar in de zomer van 1967 onlusten uitbraken
Dat het zo’n prachtige dag zou worden, en vooral een dag zonder incidenten, wisten we vorig weekend nog niet. Om onze zinnen te verzetten, trotseerden we op zondag miezerig winterweer en reden naar Detroit.
Indoor dining mag dan nog tot minstens 1 februari verboden zijn, uit eten gaan op een winters terrras, dat lukt best. Met een muts, anorak en thermisch ondergoed kan je er wel een tijdje tegen.
The Congregation is een koffiehuis en een cocktailbar ondergebracht in een historisch kerkgebouw in het westen van Detroit. Opengegaan eind februari vorig jaar, hadden ze de timing dik tegen. Een afgeslankt team, take-out en een megaterras hielden The Congregation in deze coronatijden open. Door de grote ramen zie ik hoe gezellig en huiselijk de voormalige kerk is ingericht, maar voorlopig drinken we koffie op het terras met zicht op Gordon Park. Dit recent aangelegde stadspark ligt op de plek waar in de zomer van 1967 onlusten uitbraken – het gevolg van raciale spanningen en politiegeweld – en waar de balans na vijf dagen uiterst zwaar was: 43 doden (waarvan de meerderheid Afro-Amerikaans) en 1600 huizen en handelspanden in de as gelegd. Deze buurt rond 12th Street en Clairmont (nu hernoemd tot Rosa Parks Boulevard) is nooit helemaal bekomen. Daar komt geleidelijk verandering in, met initiatieven als The Congregation, het keurige stadspark met speelplein en een cultureel centrum dat in de steigers staat. Toch blijft het een bevreemdende ervaring om door deze wijken te rijden. Je hebt straten met opgeknapte historische mansions en meteen om de hoek halfingestorte en dichtgetimmerde eensgezinswoningen, tussendoor braakliggende gronden en wat verderop een gerenoveerd huis.
Detroit is een zeer uitgestrekte stad met een sterk uitgedunde bevolking van net geen 700.000 inwoners. Om die cijfers te kaderen: in 1950 waren dat er 2 miljoen.
De grootte van de stad, de stadsvlucht en daarmee samenhangende gedecimeerde inkomsten stelt Detroit nog steeds voor grote logistieke en financiële uitdagingen. De voorbije jaren werden 15000 leegstaande panden afgebroken en de stad leende onlangs 250 miljoen dollar om nog eens 8000 huizen te slopen, de enige oplossing om de stadskankers in te dijken en wijken terug aantrekkelijk te maken. Panden die wel nog te redden zijn, weliswaar mits volledige renovatie, worden per opbod via de Detroit Land Bank verkocht voor een paar duizend dollar.
Na de revival van Downtown en Midtown zie je op die manier residentiële stadsdelen terug opleven. Je moet het de Detroiters nageven: ze zijn weerbaar en geloven rotsvast in hun stad. Grassroots bewegingen floreren hier en het gemeenschapsgevoel is groot.
Voor we pretzels gaan proeven aan een walk-up window van een nieuw restaurant downtown, passeren we langs Ochre Bakery, een alternatieve bakkerij waar we zuurdesembrood en kokosmakrons kopen. Van downtown gaat het naar Belle Isle Park en in de late namiddag begint het stevig te sneeuwen. Met een frisse neus en in een optimistischere mood dan toen we vertrokken, rijden we naar huis. “Nog drie keer slapen,” zeg ik op de terugweg.