“I didn’t realize I was Midwestern until I left the Midwest,” hoor ik Pete Buttigieg vertellen in The Daily, de geweldige podcast van The New York Times. Mayor Pete van South Bend, Indiana, is een van de democratische kandidaten die het tegen Trump hoopt op te nemen in de presidentsverkiezingen volgend jaar. “Toen ik voor mijn studies elders woonde, besefte ik dat ik veel meer Midwestern was dan ik dacht.”
Buttigieg is een interessante mens en wat hij daar vertelde bleef hangen; hij verwoordde immers perfect een gevoel dat ik ken. Sinds ik naar hier verhuisde, ben ik me, meer dan ik ooit kon vermoeden, zeer bewust van mijn roots. Of om Buttigieg te parafraseren: ik besefte niet hoe Belgisch (en vaneigens ook hoe West-Vlaams) ik was, tot ik uit België vertrok.
Zo voel ik een soort national pride als ik hier op iets Belgisch bots. Afgelopen weekend fotografeerde ik in Costco – te vergelijken met Makro – een stapel Lotus speculoos, alsof ik ze zelf gebakken had. Ik twijfelde aan een koekjesdoos gewoon omdat er een tekening van de Brusselse Grote Markt opstond. Een pakket lukken van Jules Destrooper kon ik echt niet laten liggen. Trouwens, in de koekjesrayon moest ik op mijn tong bijten om aan andere Costco-klanten niet uit te leggen hoe mooi de Brusselse Grote Markt wel is en bij een rek met Belgisch trappistenbier scheelde het geen haar of ik had de omstaanders meteen ook het recept van Vlaamse stoofkarbonaden gegeven.
Het verbaast mij daarnaast hoe snel je in een nieuwe omgeving andere Belgen vindt en hoe vlot die kennismaking is. Op een avond uit met Julie, Lieze, Heidi en Elke, allemaal Belgians in the Detroit area, kletsen we uren vol, in het Nederlands is dat makkelijk en zo vertrouwd. We komen er achter dat we allemaal nog naar het VRT-nieuws kijken en naar Radio 1 luisteren. We wisselen verhalen uit over onze families, over visum-perikelen en het complexe Amerikaanse schoolsysteem.
Ik woon zeer graag in ons stuk van de Midwest, maar zal in geen honderd jaar helemaal in het plaatje passen als crazy European lefty
Tijdens deze kerstdagen zijn we met het gezin even in Belgie. Paprikachips en worstenbroodjes staan op de wish list van de kinderen, pistolets en degelijk brood willen we allemaal. Op het programma staat ook de obligate trip naar de supermarkt om perenstroop, Côte d’Or en pickles te gaan halen om mee naar huis te nemen. Aan het ontbijt zegt mijn zoon dat de melk in België zoveel beter is. “Voor het eten zou ik naar hier terugkomen,” besluit hij. De eerlijkheid gebiedt dat ik erbij vertel dat we naar Brussel vlogen met in onze koffer bestellingen van Belgen: M&M’s met karamel, enkele soorten Mexicaanse hot sauces en de betere Maple syrup.
Net geen week in België houdt ook in dat onze agenda met militaire precisie geregeld is. Voor Amerikanen is dat heel gewoon, een etentje duurt er van pakweg 7 tot 9, maar ik vind het onaangenaam om familie en vrienden in tijdsblokken op te delen. Een cultureel verschil, zeer zeker.
‘Amerikanen, rare mensen,’ zeggen we wel eens onder elkaar. For sure dat Amerikanen dat ook van ons denken. Er zijn overigens grenzen qua integratie: ik zal de Amerikaanse overdaad aan kaneel in van alles en nog wat, nooit lekker vinden. Ik ga American Football never ever interessant vinden en al zeker niet meegaan in de hysterie rond ‘gameday’ en de Superbowl.
Ik krijg wel eens de bezorgde vraag hoe dat voelt, leven tussen twee werelden? Ik woon zeer graag in ons stuk van de Midwest, maar zal in geen honderd jaar helemaal in het plaatje passen als crazy European lefty, want ja, ik denk dat iedereen recht heeft op een ziekteverzekering en een opleiding. Mijn accent geraak ik ook niet meer kwijt. Anderzijds zou het wennen zijn om morgen terug naar België te verhuizen. Die files zijn er niet op verbeterd, hoor ik op Radio 1. Het gebrek aan open ruimte zou me benauwen.
Natuurlijk denken we na over waar we zullen ‘eindigen’. Als West-Vlaamse die het een hele prestatie vond om van onder de kerktoren naar Leuven te verhuizen, was die open vraag wat beangstigend. Na een paar jaar in het buitenland is dat niet langer zo. We beseffen vooral dat we gelukzakken zijn, want we hebben de juiste paspoorten om te kunnen kiezen en heen en weer te reizen.
De komende jaren blijven we graag in de buurt van Detroit. Heb ik overigens al verteld wat een geweldige stad dat is? Welkom!