De tegenstem is het ijkpunt van de democratie, en dus zal ik die tot sint-juttemis blijven verdedigen. Maar een democratie wordt een lege doos wanneer de tegenstem niet langer aanvaard wordt. Wanneer men met andere woorden niet meer respecteert dat er een andere mening bestaat, en dat die zelfs dichter bij de waarheid kan liggen dan eerst mocht worden aangenomen.
Ik heb de voorbije dagen een aantal bijdragen en zelfs volledige supplementen van kranten gelezen over de glorie van het thuisblijven. Ik weet zo onderhand wel hoe dat aanvoelt, ik heb het zelf een maand of drie gedaan. En het bracht me zowaar een hoge vorm van blijdschap, in mijn bubbel op het terras, met de flessen vermouth en andere geestrijke dranken die mijn vrouw en ik bij wijze van sundowner tot ons namen. Je hoeft ons de bek niet open te breken, het coronale overgewicht doet ons van de weeromstuit het blokje omlopen. Ik heb olijven in alle maten en kleuren tot mij genomen en plakjes kaas van de korst gepriegeld. Bij grote honger was zelfs de zak chips met Thaise chili niet langer veilig, tot mijn dochter het ding op haar kamer verstopte.
In een artikel van Inge Taucher in De Standaard lezen we dat mensen stellen dat zij op reis willen gaan omdat zij hun horizon willen verruimen en andere culturen leren kennen. De Nederlandse filosoof Ruud Welten vindt dat maar ‘een hoop geklets’. ‘We hebben ons een manier van spreken aangemeten die hoort bij het klassieke romantische beeld van Goethe, die naar Italië reist en daar na zijn terugkeer over vertelt aan mensen die er niet zijn geweest.’ En ook nog: ‘De hedendaagse toerist praat over reizen als iets dat altijd verrijkt.’
Saskia De Coster stelt in De Morgen van het voorbije weekend ook nog dat men niet de illusie mag kweken dat ‘iemand een bestemming kan kennen nadat hij of zij er twee weken is naartoe gereisd.’ En dat ‘het in de meeste gevallen veel interessanter is om een boek te lezen over die bestemming. Dat je dan meer te weten komt.’ Filosofe Alicja Gescinska zegt in De Standaard ongeveer hetzelfde: ‘Als je beweert dat je een giraf in zijn habitat moet gezien hebben om te weten wat die is, lieg je jezelf iets voor. We moeten onszelf dus niet beter voordoen dan we zijn.’
‘Wat is het dat ons het recht verschaft toeristen in twee kampen te verdelen?’
Wel, dat was zo ongeveer het gevoel dat ik eraan overhield na het lezen, herlezen en bestuderen van alle aanbevelingen om deze zomer, en bij uitbreiding meteen maar alle seizoenen van de jaren die komen, in eigen land te blijven, boeken te lezen en het verzamelde werk van Sir David Attenborough te bekijken. We moeten ons inderdaad zelf niet beter voordoen dan we zijn, beste mevrouw Gescinska. Het aantal mensen dat elke zomer in het buitenland vakantie neemt, bestaat immers niet alleen uit culturele meerwaardezoekers. Dat is het – ik wou bijna witte zeggen – privilege van een minderheid die het zich kan veroorloven om het reizen tot zich te nemen als een vorm van verheffing.
De democratisering van het toerisme heeft verschillende groepen reizigers, en dus toeristen, gecreëerd, waarvan het mondiale massatoerisme helaas de grootste uitwas is. Maar scheer ze niet over dezelfde kam. Is het onnozel om naar een eiland te vliegen en daar een week je hotel niet uit te komen, waarbij de kleur van je polsbandje iets vertelt over je tijdelijke status? Wellicht wel. Maar wie zijn wij om daarover een oordeel uit te spreken? Waarom moeten die mensen deze zomer thuisblijven? Wat is het dat ons het recht verschaft toeristen in twee kampen te verdelen, intelligente superwezens en hersendode zonnebedjesvechters? Waarom is, na de politiek, de economie en het klimaat, nu ook in het toerisme de nuance volledig zoek? Ik wil helemaal geen schuldgevoel opgedrongen worden omdat ik in juli vakantie neem. En ik zal het net zo fijn vinden in Nieuwpoort en Bouillon als in Newport Beach en Avignon. Om met de titel van het artikel in De Standaard af te sluiten: ‘Nee, van reizen word je geen beter mens.’ I beg to differ. Ik zou veel mensen net aanràden om te reizen zodat ze de kans krijgen een beter mens te worden.
Toni De Coninck
Hoofdredacteur