In de sociologie wordt dikwijls onderzoek gedaan naar de zogenaamde self-fulfilling prophecy, of zelfvervullende voorspelling. Dat is een voorspelling of uitspraak die rechtstreeks of onrechtstreeks tot het uitkomen van die voorspelling leidt. We kennen genoeg voorbeelden uit de Griekse mythologie. Toen de Lydische koning Croesus het Orakel van Delphi vroeg of hij Perzië zou binnenvallen, kreeg hij als antwoord dat hij dan wis en zeker een groot koninkrijk naar de ondergang zou leiden. En zo geschiedde. Croesus werd in de pan gehakt en zijn eigen koninkrijk ging naar de vaantjes. Het bekendste voorbeeld is dat van Oedipus, die zijn vader vermoordde en zijn moeder huwde. Maar er zijn ook in meer recente jaren uitstekende voorbeelden te vinden van self-fulfilling prophecies. In de jaren 60 van de vorige eeuw nam de psycholoog Robert Rosenthal intelligentietesten af van studenten, maar hij vervalste de resultaten en gaf ze aan de leerkracht. Studenten die plots als ‘intelligent’ golden, behaalden betere resultaten omdat de leerkracht meer aandacht aan hen schonk en hen onbewust bevoordeelde.
Als we later zullen terugkijken op 2020 en de uitspraken die dat jaar door politici en gezondheidsexperten werden gedaan, zal het begrip zelfvervullende voorspelling nog wel een paar keer vallen.
‘Ga niet op wintersportvakantie, want het virus is tijdens het vorige winterseizoen daar begonnen.’ – eerste minister Alexander Decroo.
‘Ik begrijp de situatie van de reissector, maar dit is op dit moment een spijtig geval van collateral damage.’ – minister van volksgezondheid Frank Vandenbroucke.
‘Ik snap niet dat mensen per se een weekje naar Tenerife willen.’ – de Vlaamse Ombudsman. (Even terzijde: de krant Het Nieuwsblad presteerde het om bij het artikel over de ombudsman een foto van een overvol strand af te drukken. We spreken uit recente ervaring: de hotels in de Canarische Eilanden hebben een bezetting van 30% en de stranden zijn er leeg.)
Hoe konden de wintersporters het dan weten als ze eind februari uit het noorden van Italië terug naar huis kwamen?
De resultaten lieten niet lang op zich wachten. Vandaag kondigde skireisorganisatie Josk aan alle afreizen naar de wintersportoorden tot 23 januari te annuleren. Andere touroperators zullen wellicht volgen, waardoor de publieke opinie er stilaan helemaal van uitgaat dat reizen nu toch echt wel een levensgevaarlijke onderneming is.
Kunnen we als consument een jaartje overslaan? Natuurlijk. Maar kan de reissector dat? Kan de reisagent dat die twee hongerige kindermonden te voeden heeft en vorige week een alarmkreet slaakte dat ook de sint een jaartje zal moeten overslaan? Wellicht wel, maar niet zonder perspectief. En niet zonder een motie van vertrouwen.
De simpele kerntaak van de sector, het verkopen van een vrijetijdsbesteding, wordt op dit moment onterecht gediaboliseerd. Die sector is geen zootje ongeregeld dat mensen een ziekte wil aanpraten. De voorbije weken hebben heel wat reisagenten zelfs shifts meegedraaid in ziekenhuizen, om een handje toe te steken, te helpen waar zij kunnen. Die mensen weten perfect dat Sars-CoV-2 een gevaarlijk en potentieel dodelijk virus is. Zij werken verantwoord en geven juist advies. En dat is nog steeds dat reizen niet gevaarlijk hoéft te zijn, als je je aan de strenge maatregelen van het land waar je te gast bent houdt. Mensen hébben het virus niet in België geïmporteerd omdat ze aan het skiën waren. Dat is veel te kort door de bocht van de zwarte piste. Ze hebben een virus meegebracht omdat ze het virus niet kenden, omdat ze in drukke après-skibars vertoefden, of omdat ze het als een onschuldig griepje beschouwden. Opperviroloog Marc Van Ranst liet in tempore non suspecto eigenhandig de foto’s uit het journaal verwijderen omdat er mensen met mondkapjes op te zien waren. Want ‘dat beeld komt niet overeen met de werkelijkheid.’ Tja, hoe konden de wintersporters het dan weten als ze eind februari uit het noorden van Italië terug naar huis kwamen?
Het is geen fraai schouwspel voor de duizenden mensen die al jaren instaan voor het organiseren en verkopen van vakanties
We weten nu veel meer. En veel beter. Mensen kunnen zich verantwoord gedragen. De hotels in de Alpenlanden hebben zich uitzonderlijk goed voorbereid op dit nieuwe seizoen. Après-skibars en andere drukke gelegenheden worden gesloten. Wat is er gezonder dan op een rustige, veilige plek van de winterse berglucht genieten? Wat is er veiliger dan met je auto naar Oostenrijk rijden en in een chalet verblijven? Of in een hotel met amper 30% bezetting?
Op de dijk aan het strand van Playa Blanca, in Lanzarote, patrouilleert de guardia civil. Geen mondkapje is er enkel toegelaten voor wie zichtbaar aan het sporten is. Niet aan het joggen of lopen? Masker aan, ook al is er niemand te zien. Masker aan de spiegel in je auto? Als je een agent in een slechte bui treft, heb je een boete aan je been.
De georganiseerde reissector gaat er stilaan van uit dat ook het winterseizoen 2020-2021 zo goed als verloren is. Dat heb je met self-fulfilling prophecies. Als je lang en hard genoeg blijft drammen dat iets stuk is, dan zal het ten langen leste ook stuk gaan. Het is jammer. Het had anders gekund. Het is geen fraai schouwspel voor de duizenden mensen die al jaren instaan voor het organiseren en verkopen van vakanties. De grote concerns zullen het nog wel een tijdje uitzingen, de kleine familiebedrijfjes hebben wellicht die buffer niet. Het is niet minder dan ontroerend dat zij nog de kracht hebben om de rug te rechten, tot wanneer vaccins en fit-to-fly attesten voor een soort relance kunnen zorgen. We hebben nu vooral positieve profetieën nodig.