Het is loeiend heet als ik laat in de namiddag het huis verlaat. De fruitbomen, de eiken en de heuvelflanken liggen er aangebrand bij. De oceaanwind vloert de eerste, uitgediende eucalyptusbladeren en de dieren vleien zich traag rond de wagen zonder me aan te kijken. Een uitgeleide zonder getuigen. Anderhalve kilometer verderop neem ik plaats in een plastic stoel van café Ovni. Het is hora do lanche maar ik ben de enige klant. Op dit uur nuttigen Portugezen een snack die de maag tot het (vaak late) avondmaal tevreden moet houden. Het was de Portugese prinses Catarina van Bragança, die met de Engelse koning huwde, die de aristocratie rond dit uur thee met porseleinen kopjes en cakejes leerde savoureren en zo de Engelse tea time installeerde.

Ik vraag een koffie met een torrada als een dure wagen op het ronde punt voor het café parkeert.

‘Mafalda, een café en twee pasteitjes met kip!’ roept de bestuurder al vanop de straat. Hij draagt een voetbaltenue die amper zijn buik verbergt.

Een Portugese immigrant die de grote jan komt uithangen, denk ik ontstemd. Mafalda en ik zijn het publiek.

Als Mafalda even later met mijn torrada verschijnt, knikt hij goedkeurend. ‘Dat mis ik het meeste in het buitenland: een simpele torrada, een snee brood, geroosterd in boter, maar dat kennen ze niet in Bélgica.’

‘België?’ hoor ik mezelf vragen.

‘Ik werk op het Europees Parlement in Brussel. Al twintig jaar. Jij bent niet van hier?’

‘Da Bélgica,’ antwoord ik terughoudend.

De man zijn schaterlach valt droog op de hete stenen van het terras.

‘Ik mis mijn torrada ook als ik in Gent ben,’ zeg ik toegeeflijker.

‘Onze kinderen willen van die dure belegde broodjes. Ze zitten op kot. Dan kan je maar beter een torrada eten. Dat kan iedereen zich veroorloven en het verveelt nooit. Hoe heet je eigenlijk?’

‘Sophie.’

‘Zoals Wilmès!’

‘Ja, maar dan anders.’

‘Die doet het zo slecht nog niet hoor. Los het maar eens op.’

‘Vrouwen op leidersposities zijn als een torrada. Oncharismatisch, maar consistent’

De Belgische politiek lijkt op deze verlaten plek zo onbeduidend, maar ik wil de man die mijn rust kwam verstoren wat uitdagen: ‘Tja. Had haar post meer slaagkansen gehad, dan zat er wel een man op haar plaats. Net zoals Theresa May na het Brexitfiasco.’

Hij neemt me vorsend op. ‘Weet je wie ik goed vind? Crevits. Daar wisselde ik ooit een paar woorden mee over het onderwijs. Die verbergt veel van haar intelligentie om aan de macht te blijven.’

‘Vrouwen moeten bescheiden blijven, kijk naar Clinton die als te ambitieus en assertief werd neergezet. Tegelijk krijgen vrouwen het verwijt niet charismatisch genoeg te zijn, zoals Merkel. Of Wilmès.’

‘Het is de schuld van Napoleon.’

Mijn rechtermondhoek spant zich op.

‘Echt. Vrouwen combineren emotionaliteit en rationaliteit veel beter dan mannen. Napoleon wist dat hij vrouwen op een leidersrol niet aan zou kunnen. Sindsdien werden de vrouwenrechten stevig teruggeschroefd.’

‘Kijk nu, een feminist in voetbaltenue!’ zeg ik ferm.

‘Haha, jij niet dan?’

Ik gniffel. ‘Jij beschikt anders ook wel over een mooi evenwicht tussen emoties en ratio.’

‘Mijn vrouw zegt dat mijn vrouwelijke kant mijn grootste troef is.’

Nu ben ik het die luidop lach, maar de man wiens naam ik niet vraag en die eerder minzaam is dan macho, maakt zich klaar om te vertrekken. Hora do lanche duurt niet lang, is de moeite van het deftig parkeren niet waard.

‘Weet je,’ zegt hij al op weg naar zijn wagen, ‘Vrouwen op leidersposities zijn als een torrada. Oncharismatisch, maar consistent. Van topkwaliteit maar zwaar onderschat en bescheiden maar aanwezig in tijden van nood. Adeus, Sophie maar dan anders!

Ik blijf verbluft achter, met de smaak van zoute boter en de resten van een zoete glimlach op mijn lippen.

Ik staar naar de horizon.

Een frisse oceaanwind vloert de uitgediende bladeren.

Ontdek nog meer artikels over ...