Bijna een jaar verkondig ik iedereen dat ik in 2020 voor een paar maanden naar Barcelona verhuis. Het wordt tijd dat ik mezelf opnieuw uit mijn comfort zone haal en kennis maak met het bruisende leven van een metropool. Dit keer blijf ik dichter bij huis (enkele jaren geleden woonde ik twee jaar in Los Angeles), want ik mis onze Europese cultuur anders te veel.

Bovendien wil ik het flitsende Spaans nu echt eens onder de knie krijgen. En waar kan je dat beter leren dan in een prachtige stad met mooie mensen, prachtige bezienswaardigheden, lekkere eetgelegenheden en een fantastisch nachtleven?

Hier ben ik nu dan. In een land waar Spaans wordt gesproken, waar tal van bijzondere bezienswaardigheden zijn en waar het vol loopt met prachtige mensen. Ik zit een stad met overheerlijke restaurants, gezellige bars waar ze lekkere cocktails voorschotelen en waar het nachtleven bruist zoals dat alleen bij latino’s kan.
Alleen is alles toe. Want ik zit in quarantaine. Net zoals de rest van de wereld, trouwens.

En ik zit ook niet in Barcelona, maar ik ben gestrand in de Dominicaanse Republiek.

De Covid-19 pandemie stond bij ons nog maar in haar kinderschoenen toen mijn moeder me naar de luchthaven bracht. Ik gaf haar een laatste zoen en had op dat moment natuurlijk nooit gedacht dat ik haar zo lang zou moeten missen.

Aangezien ik reisblogger ben van beroep, is een vliegtuig nemen ondertussen herleid tot een alledaagse handeling. Een vluchtige omhelzing en een knipoog, terwijl mijn moeder het gaspedaal al terug induwt om huiswaarts te keren. Binnen een drietal weekjes zou ik terugkeren.

Samen met vier andere bloggers werd ik vele maanden geleden uitgenodigd om op persreis te gaan naar de Dominicaanse Republiek. Deze keer geen bezoek aan de sneeuwwitte stranden van Punta Cana, maar wel een ontdekkingstocht langs de onbekende parels van dit reusachtige eiland.

Terwijl we ons extreem drukke weekprogramma afwerkten, werden we al zachtjes met onze neus op de feiten gedrukt: het Coronamonster had zijn klauwen ook stevig in België vastgezet.

Terwijl we in prachtige hotels overnachten, iedere avond opnieuw heerlijk gaan dineren en genieten van de gevarieerde landschappen, merk ik bij iedereen een soort van nervositeit op. Tijdens onze vele uren in de wagen zijn onze conversaties dan ook doorspekt met informatie over de pandemie. Lofbetuigingen over de turquoise oceaan die aan ons voorbijflitst worden onderbroken door ‘Mannekes, wat ik hier nu lees!’ of ‘Oh! Wat een drama speelt zich daar in Italië af!’

De voorlaatste dag van onze persreis sluiten we in schoonheid af. De walvissen van Samana springen uit het water zoals bij een gesynchroniseerde balletvoorstelling. Nog maar zelden zag ik zo’n spektakel van Moeder Natuur!
Terwijl de reusachtige lijven het water tot een witte kolkende massa herleiden, hoor ik her en der enkele onderdrukte kuchjes. De boot zit vol met Europese toeristen.
Ik kijk met grote ogen naar een van mijn collega’s. Worden we paranoïde of is Covid-19 nu ook naar de tropische Caraïben overgewaaid?

Fuck. Dat is echt niet wat ik had verwacht toen ik de beslissing nam om langer in de Caraïben te blijven

Enkele dagen later, wanneer de meesten van mijn medebloggers het land veilig hebben verlaten, wordt het antwoord pas duidelijk.
Zelfs in dit paradijs zijn we niet veilig voor de gevolgen van de pandemie, want voor het eerst wordt ook hier een sterke stijging vastgesteld.

Wanneer ook de twee overgebleven bloggers het land hebben verlaten, weet ik dat mijn laatste kans om veilig naar huis te keren is verkeken. Angstige berichtjes en audiofragmenten doen me verstaan dat het geen pretje was om deze finale vlucht terug naar België te nemen. Zes uur vertraging, een plotse aankondiging dat het vertrek vanuit een andere luchthaven zal plaatsvinden (Punta Cana, zo’n twee uur verder dan Santo Domingo) en een overvol vliegtuig zorgen ervoor dat sommige mensen wel nog mee kunnen en anderen verweesd achterblijven.
Mijn collega’s hebben geluk, denk ik dan. Zij mogen inchecken.

Enkele dagen na deze vlucht hoor ik dat een van de bloggers wellicht Covid-19 heeft opgelopen op het vliegtuig.

Op diezelfde dag werden de eerste maatregelen ook in de Dominicaanse Republiek ingevoerd. Het land gaat stilletjes aan in een lockdown. Om te beginnen worden quarantainemaatregelen en een avondklok ingevoerd. Niemand mag nog buiten tussen acht uur ’s avonds en zes uur ’s ochtends. Overtreders zullen boetes krijgen en opgesloten worden.

Fuck. Dat is echt niet wat ik had verwacht toen ik de beslissing nam om langer in de Caraïben te blijven. Was ik dan zo naïef? Dacht ik echt dat deze pandemie deze tropische eilandnatie zou overslaan? Duidelijk wel, want twee weken later zit ik hier mijn verhaal neer te tokkelen vanuit een Airbnb in het centrum van Santo Domingo.

Ik koos er dus zelf voor om hier te blijven en ik sta ook nog steeds achter die beslissing… Soms toch. Want de twijfel vreet natuurlijk ook aan mij.

Akkoord, ik heb het hier zeker niet slecht. Ik verblijf in een prachtig appartementje met een balkon waarop de zon vrolijk schijnt.
Maar ik ken het land niet. Ik ken de gebruiken niet en ik kan de taal niet. Ik heb er geen flauw benul hoe mensen hier op ‘buitenlanders’ (want dat ben ik) zullen reageren in de toekomst. Ik weet niet hoe het hier zit met de gezondheidszorg en vooral: ik heb in de komende maanden geen enkele mogelijkheid meer om terug naar huis te keren. Wat als er thuis iets gebeurt? Wat als er híér iets gebeurt?

De situatie in de Dominicaanse Republiek is momenteel best goed.
Mensen houden zich grotendeels aan de quarantaine, maar van social distancing is hier absoluut geen sprake. Dat heeft waarschijnlijk veel met de cultuur te maken. De locals houden ervan om elkaar vast te pakken, om samen buiten te zitten, om op straat te barbecuen. Dat gebeurt allemaal nog steeds, maar wel met mondmaskertjes en handschoenen aan uiteraard…

Ook in de winkels heerst geen paniek. Toiletpapier in alle soorten, maten en diktes is nog voldoende voorradig. Net zoals eten en drinken. De wachtrijen aan de kassa’s zijn minimaal en soms zelfs griezelig kort. Is het de stilte voor de storm? Of laten de Dominicanen zich gewoon niet meeslepen door onze westerse paniek? Wie zal het zeggen… Ik vind het in ieder geval goed zo. Zo blijf ik immers ook rustig.

Vandaag hoorde ik van mijn vrienden bij de toeristische dienst (want dat zijn ze ondertussen wel geworden!) dat de eerstvolgende vlucht terug naar België pas in mei of juni zal plaatsvinden. De Belgische ambassade stuurde niet veel later ook een berichtje.
Vandaag én morgen zijn er nog repatriëringsvluchten terug naar Europa. Naar Duitsland of naar Frankrijk. Alleen zijn de vliegtickets buitensporig duur, vertrekken alle vluchten vanuit Punta Cana (en dus moet ik twee tot drie uur lang gebruik maken van het openbaar vervoer) en ben ik dan nog niet zeker van een plekje. Wanneer ik dan eindelijk in Europa zou aankomen, moet ik ook nog twee weken in quarantaine. En dan ben ik bovendien nog niet eens zeker of ik de grens mag oversteken naar België.

Ik zit hier dus nog wel even vast.
En dat is goed. Ik kan er toch niets meer aan veranderen.
Er zijn nog heel wat artikels die ik wil schrijven. Er zijn nog bijzonder veel Netflix series die ik moet bingewatchen. Er zitten nog heel wat boeken in mijn koffer die ik wil lezen. Ik ga er hier het beste van proberen maken. Want dat moet iedereen nu doen. Toch?

Door Sam Van Den Haute (checkoutsam.be)

Ontdek nog meer artikels over ...