Het betreft geen modegril en evenmin een bevlieging: deze week heb ik mijn bijna twintig jaar oude Brompton vouwfiets bij Christian van Exceller Bikes in Brugge opgehaald waar hij van elektrische power werd voorzien.
Alhoewel ik dagelijks groepjes pezige bejaarde fietsers in afschuwelijke truitjes op spierkracht zie passeren, heb ik voor het comfort gekozen. Ik hoef geen clickpedalen, geen koolstof chassis, geen koersstuur en al zeker geen ‘professionele’ outfit. Omdat ik als een heer door het landschap wil rijden: met lange beige broek, een open wit hemd en rechtop in het zadel. Ik wil fietsen zoals René Lacoste (jawel, van de krokodil) in de jaren twintig van de vorige eeuw op Roland Garros tenniste – in stijl.
Noem het ijdelheid, of het gevecht met de jaren. Het maakt me niets uit. Ik beschik naast de klassieke zes versnellingen nu over vijf niveaus van elektrische bijstand, een ruggensteun die bij het accelereren voor een ontspannen gevoel zorgt. Het is bovendien een heerlijke ervaring om hier in het dorp voortaan zonder zweetverlies de venijnige Rue des Remparts op te fietsen. Gisteren schakelde ik een versnelling hoger en overwon zelfs de nijdige Col du Pointu (waar ik een paar jaar geleden tijdens de Tour nog Thomas De Gendt heb aangemoedigd). Tegen het einde van de week wil ik ook de autonomie uittesten, want niets valt lulliger uit dan een zware elektrische fiets met lege batterij de finale helling op te duwen. Bij wijze van test fiets ik even heen en terug naar Ménerbes voor de donderdagse markt – een parcours van pakweg 32 kilometer. Volgens de constructeur moet mijn Brompton ruim vijftig kilometer autonomie halen maar daar heb ik zo mijn bedenkingen bij: uit ervaring weet ik dat de voorspelde elektrische bijstand meestal op een min of meer vlak parcours geldt. En die liggen hier spaarzaam gezaaid.
De ultieme uitdaging ligt zestig kilometer van mijn schrijfplek – de Mont Ventoux
Helemaal nieuw is die kennismaking met de elektrische bijstand niet. Een paar jaar geleden debuteerde ik met een lelijk model met ‘makkelijke instap’. De verkoper vond die lage instap een prima oplossing voor fietsers op leeftijd en in een moment van zwakte liet ik me overtuigen. De fiets deed wat van hem verwacht werd en ik herinner me bijvoorbeeld een heerlijke nachtelijke rit doorheen een ingeslapen Firenze, na een overvloedig diner bij de topchef Fabio Picchi.
Een paar maanden later werd de fiets tijdens een uitje naar Montpellier gestolen, met slot en al. Op het politiecommissariaat waar ik aangifte ging doen, legde de ambtenaar van dienst me uit dat geen enkel slot de vindingrijkheid van dieven te snel af is. Sommige dieven verplaatsen zich met een soort slijpschijf in hun zeer brede mouw, andere gebruiken een chemisch mengsel waardoor zelfs metaal broos wordt en met één hamerslag begeeft. Het beste kon ik de batterij uitnemen, dan verloor de gestalde fiets de helft van zijn waarde en dan was het voor die kerels niet echt de moeite meer.
Intussen kijk ik ook al verder. De ultieme uitdaging ligt zestig kilometer van mijn schrijfplek – de Mont Ventoux waarvan de ruwe schoonheid door de Toscaanse dichter Petrarca al in de veertiende eeuw zo fraai bezongen werd. Als ik uit Bédouin vertrek, zoals de renners uit de Tour de France doen, liggen me 23 klimkilometers te wachten, die ik vermoedelijk in de standen vier en vijf zal afleggen. Als dat lukt, hoef ik me verder geen zorgen te maken, bergaf kan ik zelfs met een lege batterij freewheelend terugkeren naar de plaats van vertrek. Ik stel me voor dat het me zal lukken en ik baseer me daarbij op de feiten. Enkele jaren geleden zag ik financieel journalist Paul D’Hoore op televisie louter op spierkracht de top halen. En die ziet er toch niet meteen uit als een geoefend atleet.
Graaiend in de literatuur heb ik nog kunnen ontdekken dat de absolute recordhouder de Spaanse lichtgewicht coureur Iban Mayo is, die in 2004, bij een klimtijdrit tijdens het Criterium du Dauphiné, afklokte op 55 minuten en 21 seconden.
Zelf is het me niet om een toptijd te doen. Ik wil gewoon de top halen, al weet ik niet precies waarom. IJdelheid zeker ? Of het gevecht met de jaren…