Het moet zowat deze tijd vorige week geweest zijn, dat ik mezelf toch maar es goed heb samengeraapt.
Het ongrijpbare wegebben van de tijd, het onvatbare gebrek aan perspectief, het overstelpt worden met zorg voor de kinderen en verder niets.
Het was wat het al te lang was.
Ik zakte als een spreekwoordelijke pudding in mekaar.
Nu goed, na het aantikken van de coronakilo’s is die puddingmetafoor niet meer zo spreekwoordelijk.
Het was erop of eronder.
Liet ik me verder omwollen in het spinrag van gepieker?
Of zou ik ontsnappen aan de val van het valse verdrietcomfort?
Je weet wel, dat comfort van het aanvaarden van een slechte situatie omdat je erdoor verdoofd bent.
Ik vatte deze koe bij de horens en vatte het plan op, om komaf te maken met coronakilo’s en gepieker.
Beide overgewichten moeten als yin en yang naar beneden.
Het bourgondische lockdownleven was me zo vermoeiend geworden dat ik het roer moest omgooien.
Ik at tot nu toe wel gezonde dingen, maar daarnaast waren er ook heel wat ongezonde zondes.
Vastberaden maakte ik een omkeer.
Al snel voelde ik een onmiddellijk effect van het bewuster eten op het mentale welbevinden.
Een vitaminerush zeg maar.
De voedingsvezels voerden karrenvrachten energie aan en verbonden me onbewust ook weer meer met mijn gezin.
Plots was ik terug hier in het nu. Ik blokkeerde ook makkelijker de afleiding naar de donkere krochten van doemdenken en paniek.
De angstaanvallen zijn niet helemaal weg maar ik kan ze toch wel beter de baas.
Het was misschien niet zo erg met me gesteld als ik toen dacht. Maar dat kan ik nu pas zeggen, aan de zijlijn van het mentale slagveld dat het lockdownleven voor mij tot nu al was geweest. In het heetst van de strijd is het moeilijk de weg naar buiten te vinden.
Het voelt goed om uit het zwarte gat ontsnapt te zijn. Ik kan enkel nog es van bovenaf naar beneden turen.
Het is uiteindelijk ook pure noodzaak dat ik de status fitmom wil bereiken
Deze week hebben we een eenvoudige maar plezante takeaway opgezet.
Het zorgt voor routine, het brengt ons een doel voor deze dagen.
Ik schrijf deze column aan een tafel in het restaurant.
Ik diep mijn lijstje op van dingen die ik hier nog wil verbeteren. Tot vorige week lag het lijstje maar te verfrommelen.
Inmiddels is het to-dolijstje ingekort. Een kapot vuilbakje is vervangen, de tafels zijn van nieuwe vaasjes voorzien, een nieuwe set kaarsen is in huis gehaald en ik heb een nieuwe cocktail klaar.
Wat voelt het buitengewoon goed om hier te zijn.
Goed om het restaurant eens op te warmen, de melodische cadans van de keuken te horen, het irritant geluid van de koffiemachine te negeren en bestellingen te kunnen plaatsen.
Takeaway is bezigheidstherapie. En therapie is goed.
Ik focus me op mijn gezondheid en geniet van de instant effecten.
Het is uiteindelijk ook pure noodzaak dat ik de status fitmom wil bereiken.
Vorig weekend schudde Piet maar liefst een extra vrije dag én een pedagogische studiedag uit zijn zak voor de schoolgaande twee.
Als roe kon dat tellen voor de ouders: vier dagen de kinderen thuis op nieuwspeelgoedadrenaline en een aanhoudende sugar high.
Een mens zou van minder grijpen naar een berg fruit en magnesiumsupplementen.
Alsof dat niet genoeg was, kregen we nadien nog een weekje ‘crèche gesloten wegens corona’ bovenop.
Of was het eerder de jokerkaart ‘corona’ inzetten?
Het eerste verhaal was dat een begeleidster van mijn pruts haar leefgroep positief had getest op corona.
Twee dagen later bleek dat zij enkel een hoogrisicocontact had gehad maar dat die leefgroep in de crèche toch de hele week gesloten bleef omwille van te weinig personeel.
Personeelstekort in de horeca, het is zo één van die problemen die tegenwoordig zo banaal klinken.
Mocht ik al die keren mijn restaurant gesloten hebben omwille van te weinig personeel, ik had Souvenirs eerste verjaardag nooit moeten vieren.
Het horecaras, dat is een vechtersras.
En ook nu weer, zullen wij hierdoor spartelen.
Wat dat is wat we dagdagelijks doen.
We zwemmen en we verzuipen niet.