‘Niet kijken, Helena. Omdraaien!’
Ik herinner me het nog als de dag van gisteren. Ik weet nog hoe ik me kwaad omdraaide. Hoe ik boos op de grond stampte met mijn rechtervoet. Daar stond ik dan: in een prachtig hotel in Mumbai, India, terwijl één van de meisjes, Hanna, een dikke tongzoen gaf aan de zestienjarige Indiase poolboy. En ik mocht niet kijken. Waanzinnig nieuwsgierig als ik was, vond ik dat een heel spijtige zaak. Ik was net veertien geworden en mijn ouders hadden me een reis naar India geschonken. Zonder vrienden, zonder ouders vertrok ik in de zomer van 2008 met een groep onbekenden naar het meest kleurrijke, chaotische, diverse land ter wereld. Met een gammel busje reden we van de ene stad naar de andere. Uren keek ik uit het raam, onder de indruk van de chaos, maar ook van de armoede. Het was een shock, ik besefte dat ik in een privilege leefde.
Mijn ouders sponsorden al jaren een kind, twee jaar jonger dan ik, zodat het naar school kon. Op één van onze stops kwamen zij en haar moeder op bezoek om ons te bedanken. Ze waren met de bus tien uren onderweg geweest, enkel en alleen om me te ontmoeten. Toen ze aankwamen, keken ze me niet in de ogen. Ze wilden mijn voeten wassen. Heel raar vond ik dat. Na even onderhandelen, in gebarentaal weliswaar, liet ik ze mijn voeten even afspoelen. Ik had oude boekentassen, kleren, snoepjes en al het mogelijke mee van thuis. Toen ik het hen gaf, kreeg de mama tranen in de ogen. Het meisje keek naar haar moeder, greep haar hand en gaf me voor het eerst verlegen een glimlach. Toen ik tijdens de zonsondergang keek hoe ze terug op de bus stapten, zag ik hoe trots het meisje was op haar nieuwe boekentas. Mijn oude versleten boekentas vol met inktvlekken. Met een grote glimlach zwaaiden ze me vaarwel, ze waren echt gelukkig. Ik vergeet hun gezichten nooit.
Chocolade fonteinen, duizenden kleuren, goud en diamanten, verse exotische bloemen aan elke wand van de binnentuin, Krug champagne
Het is nog steeds het eerste wat in mij opkomt als ik aan India denk. India is voor mij: vele kleuren, heilige koeien op de weg, veel mensen, chaos, armoede maar ook ongelofelijke rijkdom. Geen land ter wereld is zo extreem, op geen enkele andere plaats ter wereld zag ik zoveel marmeren vloeren, gouden waterkranen en wel onderhouden tuinen (vaak handgeknipt met een schaar) als in India. Op een bepaald moment, tijdens mijn eerste reis, was ik door een Indiaas gezin uitgenodigd op een verjaardagsfeest van hun tweejarige dochter. De rijkdom en decadentie die ik daar zag, is in feite onbeschrijfbaar. Chocolade fonteinen, duizenden kleuren, goud en diamanten, verse exotische bloemen aan elke wand van de binnentuin, Krug champagne (die ik trouwens nog niet mocht drinken), meisjes en vrouwen gekleed in de meest prachtige gewaden. Ik kon alleen maar toekijken, onder de indruk van wat er zich voor mijn ogen afspeelde.
Ik herinner me nog hoe ik me voelde toen ik mijn zilveren ballerina’s – gekocht bij Torfs in België – vergeleek met de ballerina’s van het meisje naast mij. Het waren ballerina’s bedekt met diamanten. Hoe ik aan mijn kleedje van C&A stond te frunniken in de hoop niet onder te moeten doen. Ik was beschaamd. De volgende dag, toen ik terug in ons busje stapte en uit het raam keek, zag ik een jong meisje, zeker niet ouder dan twee jaar, met haar moeder op de grond voor de poorten van ons hotel. Het meisje en haar mama zagen er ongezond en ongewassen uit, graatmager. Ze deelden een honingkoek. Het contrast kon niet groter zijn. Ik was beschaamd over mijn schaamte die ik de avond voordien gevoeld had.
India was mijn eerste liefde, het begin van mijn ‘Wanderlust: het verlangen om te reizen. Een diepe ongecontroleerde behoefte om je spullen te pakken en de wereld in te trekken.’
In 2015 keerde ik nog eens terug naar India, op bezoek bij een bevriend koppel dat een prachtig klein resort had opgebouwd in het zuiden. De eenvoud van wakker worden door het geluid van de woelige zee, het lichtjes bang toekijken terwijl zich een hevige storm vormt, de druppels voelen van een stortbui dansend in de regen met vrienden. Opnieuw werd ik verliefd.