“Als kind was ik vooral stuurs, boos en levenslustig en had ik een grote drang om de wereld beter te begrijpen. Ik kon redelijk moody en ‘vies’ zijn (op zijn Gents) maar toch had ik veel vriendjes. Waarschijnlijk omdat ik deels in een café ben opgegroeid.”
“Ik speelde dan wel liever met de legovriendjes dan de barbiepoppenmeisjes. Maar ik weet niet of ik je dat wel zeggen moet”, schaterlacht ze.
“Toen ik jong was, zat ik al boordevol levensvragen en vond ik nergens een bevredigend antwoord. Het was dan ook een kwestie van tijd dat ik met mijn nieuwsgierige neus in de literatuur belandde. Een echte boekenwurm in wording dus; op zoek naar rust, troost, kennis en antwoorden. Lezen werd het ultieme wapen voor mijn eigen introverte queeste, mijn helse zoektocht naar de rode-draad-vraag doorheen mijn leven: “Wat is vrijheid?”. Ik dacht, als ik dààr achter kom, begrijp ik de wereld en mezelf beter.”
“Ik lees nog steeds heel veel; zowel fictie als non-fictie. Al heb ik sinds de eerste twee jaar dat we in Ovar vertoefden de kranten ritueel afgezworen. Ik merkte dat mijn hele dag om zeep was na het doorneuzen van het ene na het andere beladen artikel. Daar besloot ik om te stoppen met het volgen van klassieke media en op zoek te gaan naar constructievere literatuur over onder andere maatschappij, politiek en mens. Die zijn in ieder geval opbouwender dan de media”, zegt ze met een onmiskenbaar overtuigende blik. “Ik ben daardoor wel maatschappijkritischer geworden. In mijn blog sijpelt dat kantje geregeld door.”
“Daarom kan ik ook zo uitkijken naar nieuwe boeken zoals die van Björn Soenens bijvoorbeeld. Die mens houdt niets verborgen, maar toch laat hij me met geen deprimerend gevoel achter.”
“Je moet al een heel goede relatie hebben, voordat je er ook maar aan dénkt je koffers te gaan pakken”
Na een hele resem studies waaronder communicatiespecialiste, journaliste, zelfstudies en het schrijven voor Creatief Schrijven, een intensieve cursus Portugees aan de universiteit, een levensveranderende cursus filosofie, bloggen, poëzie aftasten, interviews afnemen, zelf geïnterviewd worden en schrijven voor het maatschappelijk geëngageerde magazine Charlie, kan ik alleen maar bewondering hebben voor de bescheidenheid die ze doorheen het hele interview uitstraalt.
“Na mijn studies ben ik gaan backpacken, zoveel mogelijk de wereld rond, op wereldreis zeg maar. Dat veranderde na mijn terugkeer al snel in drie maanden werken in België, keihard sparen om dan weer zes maanden onderweg te zijn. Zalig! Maar dan ga je toch proberen om je te settelen en daar begonnen de moeilijkheden, allez, als je dat zo noemen kan. Want mijn vrijheid zat niet meer in één overzichtelijke backpack. Plots moest ik het huishouden doen en werd ik meer en meer overstelpt door de dagelijkse verantwoordelijkheden die bij dit leven horen. België lag me gewoon niet en de drang om effectief naar het buitenland te verhuizen drong zich daardoor steeds onverbiddelijker op. Ook bij mijn partner.”
“Uiteindelijk zijn Davy en ik in eerste instantie rond Marseille beland. Een stad die instant mijn hart veroverde, maar waar je, als je geen 800.000 euro op jouw spaarrekening hebt staan, maar beter stilletjes de aftocht blaast.”
Op de achtergrond miauwt één van haar vier katten de longen uit haar lijf en de vele tweeties op de achtergrond tsilpen zo luid, dat ik begin te denken dat ze onderling een wedstrijdje decibels opvoeren houden.
“En dan plots beland je in Portugal, Sophie”, doorbreek ik de kakofonie.
“Portugal was eigenlijk een impulsieve beslissing”, begint ze. “Eerst zijn we met onze twee honden op een kamertje van een B&B beland in Espinho, waar we leerden surfen in de club van vrienden. Later zijn we dan gaan huren om af te tasten hoe Portugal ons lag. Dat hebben we twee jaar gedaan, ook om ons de tijd te gunnen een geschikte woning te vinden.”
“En dan sta je plots in je droomhuis”, vervolg ik.
“Neen, zo snel gaat dat niet. In Portugal zijn er veel leegstaande huizen waarvan men de eigenaar niet kent omdat er ongeveer één miljoen Portugezen soms al generaties lang wonen en werken in het buitenland. Huizen zijn er illegaal gebouwd en de archieven zodanig rommelig waardoor de verkoop ervan moeilijk is. Zo gebeurt het wel eens dat bij lange afwezigheid de buren een moestuin aanleggen op land dat eigenlijk niet van hen is. Het was via een algoritme tijdens een online vergadering dat Davy onze quinta zag verschijnen, de rest is geschiedenis die je uitgebreid in het boek kan lezen.”
“Zou jij niet beter een tweede boek schrijven, Sophie?”, grap ik. “Een zelfhulpboek voor koppels die naar het buitenland verhuizen? Ik kan me niet voorstellen dat het altijd romantiek en wilde liefde geweest moet zijn?”
“Waaat?” proest ze geamuseerd uit.
“Ah ja”, tease ik. “Komaan, wat zijn je drie beste tips die je aan vertrekkende koppels kan meegeven, Sophie?” Ik knipper uitdagend met mijn ogen. Het is zeker een veelbelovende minuut stil wanneer ze plots gedecideerd antwoordt:
“Ten eerste moet je al een heel goede relatie hebben, voordat je er ook maar aan dénkt je koffers te gaan pakken. De fundamenten moeten diep verankerd zijn. En eens je er bent, mag je voor niets en niemand zwijgen voor de goede vrede. Wees open-minded, ook naar mekaar toe. Want als je dat niet doet, dan gaat het geheid mis. Kijk, je komt beiden aan in een ander land en alle twee verwerk je de dingen op je eigen tempo en manier. Dat gaat werkelijk heel ver: van het eten, het klimaat, de mentaliteit, de mensen, nieuwe vrienden, de gebruiken, de cultuur, de taal… Als je dat niet deelt met jouw partner, dan groei je al snel uit mekaar en ga je in een mum van tijd naast mekaar leven. Dus véél praten is de boodschap. En ten derde: ga de confrontatie aan met jezelf.”
“Toch zal onze quinta vooral een plaats zijn waar in de eerste plaats mensen met een burn-out welkom zijn”
“Vertel”, moedig ik aan.
“Bij mij is dat al vroeg begonnen”, lacht ze. Tijdens die twee maanden in de B&B volgde ik yoga bij een vriendin en kwamen er plots negatieve gevoelens over mezelf naar boven. De yoga-instructrice moedigde mij enthousiast aan om dat verder te exploreren, terwijl ik zoiets had van ‘Jezus! Waarom kan ik nu niet eens gewoon normaal doen en waarom klap ik altijd dicht terwijl er zoveel te zeggen valt, zoveel in mij borrelt dat er uit wil?’ Ook: daar stond ik dan, in Portugal. Waar kon ik me nog mee identificeren? Mijn geliefde koffiebars, kledingzaken, vrienden, sociaal netwerk, familie, cultuur en tradities, kortom: alles waar je je jaren mee identificeerde, valt plots weg. En dan kan je alleen maar denken “Wie ben ik dan eigenlijk, zonder dat alles?”
“Tja, is dat niet het begin van een midlife-crisis ?!” schatert ze uit. “In die tijd zag ik gelukkig een Youtube-filmpje met Fleur van Groningen over hoogsensitiviteit en plots viel mijn hele leven in mekaar”, vertelt ze er snel achter. “Dus die wetenschap en die crisis, als je het zo noemen kan, hebben ervoor gezorgd dat ik nu veel sterker in mijn schoenen sta. Ik ben geen ‘vieze’ of abnormale, ik ben gewoon snel overprikkeld. Daar ben ik constructief mee aan de slag gegaan.”
“Ik moet ook toegeven dat ik, door mijn hoogsensitiviteit als een kracht te aanvaarden, ontdekt heb dat schrijven voor mij heel constructief kan werken. Wat Portugal betreft hebben de columns voor june. me daar heel erg bij geholpen. Op dagen dat ik letterlijk met mijn laptop en een kop thee in bed kruip omdat ik overprikkeld ben, krijg ik nu nog mooi werk verzet. Ik merk ook dat als ik opgeladen ben ik meer de maatschappijkritische toon aanhoud en als ik wat low in energie ben ik erg dromerig kan zijn en me aan de dromerige proza waag.”
“Trouwens, ik vind sowieso dat de mens wat meer mag opkomen voor zichzelf maar ik ga erover zwijgen. Lees mijn blogs maar eens op je gemak”, knikt ze veelbelovend.
“Sophie, je bent gevraagd dit boek te schrijven om je hele verhuis van België naar Romariz, Portugal in een roman met de wereld te delen. En je boek bestaat uit zeven hoofdstukken. Vertel daar eens iets over?”
“Als je schrijft, komt er in eerste instantie uit wat erin zit. Na drie hoofdstukken ontdekte ik een patroon, dus heb ik vrij snel besloten mijn zeven hoofdstukken te bouwen op mijn eigen basisbehoeften zijnde: vrijheid, warmte, shelter, community, zelfkennis, eten en liefde. Maar ieder hoofdstuk draait eerder om een gevoel dat bij die behoefte hoort. Het is tenslotte een roman. Geen belerend, defaitistisch vingertje over die persoonlijke basisbehoeften!”
“Wil je al een tip van de sluier lichten?” vraag ik tenslotte. “Want ik zie een rode draad, Sophie. Het is voor mij niet zozeer de volwassen Sophie, maar vooral dat kleine nieuwsgierige en hoogsensitieve meisje dat de wereld rondreist en haar toevlucht, troost en antwoorden zoekt in schrijven en lezen die nu bouwt aan haar eigen plek op aarde. Een persoonlijke plaats waar jij mensen met open hart verwelkomt en toont dat ze een keuze hebben om hun leven om te gooien, dat het zeker ook anders kan. Met minder kan. Klopt dat een beetje?”
“Dat had ik niet echt door”, antwoordt ze een beetje stilletjes.
Ik ben stiekem ook blij dat er een klein glimlachje achteraan komt.
“En dan, Sophie, de deuren zwaaien open, jouw plek op aarde lacht de bezoekers toe. Is iedereen welkom?”
“In principe wel. Toch zal onze quinta vooral een plaats zijn waar in de eerste plaats mensen met een burn-out welkom zijn. Ik zie veel mensen strugglen. Ze willen anders leven, minder druk, meer tijd, ze weten het allemaal niet meer zo goed, de identiteitscrisis meldt zich aan, men zit gevangen in het ‘geldverdienen-systeem’, velen hebben medicatie nodig als anti-depressiva of slaappillen, of zijn zichzelf door de jaren heen verloren achter hun masker.”
“Hoe wil je deze mensen dan terug aansterken?” vraag ik geïnteresseerd.
“Het is eigenlijk een soort socio-economisch systeem waar iedereen kennis, ambachten, diensten en zelfs spullen met mekaar deelt. Dit om een gezamenlijk iets te creëren, te produceren en te distribueren. Dus mensen zijn van harte welkom om mee te helpen met de opbouw, ons iets te leren, te helpen met het eten te bereiden en nog meer van die dingen en daardoor zichzelf terug te ontdekken. Te zien dat het ook anders en met minder kan. De lijst is eindeloos.”
“Zo komen er in juli vrienden helpen om vijf houten cabines te bouwen, die voorzien gaan zijn van een bed, een stoel en een groot raam met prachtig zicht op de natuur.”
“Zeg, Sophie, en de Portugezen uit Romariz, wat vinden die hier allemaal van? Want je zit daar echt wel afgeschermd van de grote steden.”
“Het is zo een warm en authentiek volk, Coby. Ze zijn lief en behulpzaam. Zacht van inborst. Je wordt ontvangen als een mens, niet als een buitenlander. In vele opzichten zijn ze niet zo defensief en (ja dat kunnen wij echt wel zijn) arrogant als de Belgen. Wij draaien ook zo vaak rond de pot. Wellicht komt dat door hun geschiedenis. Davy spreekt na vier jaar nog steeds zonder werkwoorden, bijvoorbeeld. Geen enkele Portugees die daar aanstoot aan neemt. Dat zou in België nog veel te vaak andere koek zijn.”
“Ik moet er ook wel bij zeggen dat we zeer sterke signalen gegeven hebben dat we met de beste intenties naar hun land getrokken zijn. Zo mijden wij bewust de expats, alhoewel ons dat het leven hier makkelijker had kunnen maken en passen wij ons aan aan al hun gebruiken en hun cultuur. Dat zorgt nu al voor een onderlinge hartelijkheid waar ik erg van kan genieten”
“Heb je niet stiekem toch een momentje gehad om terug te keren naar België?”
“Eerlijk? Neen. Geen enkel moment. Ik ben er haast zeker van dat dat nooit gaat komen.”
Door Coby Avgoustakis.
Wil je meer weten over deze intrigerende zachte rebel, haar Portugees avontuur en persoonlijke uitgesproken wereldvisie? Sinds vandaag staat haar website www.sophiesiersack.com online. ‘Weg van Portugal’ is uitgegeven bij Lannoo en te verkrijgen in de boekhandel of online via lannoo.com.