Voor me stapt een knappe man voorbij die me diep in de ogen kijkt
‘Grüezi, herzlich willkommen.’
Ik heb het gevoel dat mijn onderkaken er bijna afvallen.
‘Welcome aboard. Bonjour.’
Af en toe krijg ik een antwoord terug, een glimlach of een korte knik. Verdorie, hier komt maar geen einde aan. Ik schat dat het ongeveer de vijfhonderdste keer is dat deze woorden uit mijn mond komen vandaag en ik voel de vermoeidheid toeslaan. Het is vlucht drie van vier, deze ochtend even naar Parijs en nu naar Palma, een dag van twaalf uren. Ik sta geklemd tussen twee rijen, maar probeer er zo ontspannen mogelijk uit te zien. In de rij naast me zit een oudere man met een grote witte snor, hij glimlacht en desondanks de vreselijke combinatie van sandalen met witte sokken en buikvrije T-shirt lach ik terug. Het lachen vergaat me echter snel als hij naast me opstaat om iets uit zijn tas te nemen. Hij strekt zijn armen hoog boven zich uit en richt daarbij zijn grijze oksel mijn richting uit. Ik ruik een doordringende zure zweetgeur. Ik probeer het te negeren en kijk de andere richting uit. Voor me stapt een knappe man voorbij die me diep in de ogen kijkt, hij begroet me met een heerlijk Frans accent terwijl hij met zijn hand door zijn golvende bruine haren gaat. Net als ik mijn glimlach terug vind, voel ik hoe hij met zijn grote lompe koffer over mijn tenen rijdt. Auch. Ik werp hem een scherpe blik toe, maar veel aandacht heeft hij er niet voor. Ik besluit om het van me af te schudden en draai me om.
De dame laat me weten dat mijn attitude een regelrechte schande is
Een dame met rode krullen kijkt me met grote verontwaardiging aan en wijst naar de zetel achter mij. ‘Dat is mijn stoel en jij staat in de weg.’ Net als ik een stap opzij wil zetten, drukt ze me haar metalen koffer in de hand, die zo zwaar is dat ik bijna omval. ‘Er is geen plaats. Zoek jij maar, het is jouw job.’
Met een intense blik kijkt ze me aan. Mijn job? Excuseer… Ik voel hoe mijn bloed begint te koken. Op een rustige, sympathieke toon leg ik haar uit dat het heffen van een koffer absoluut niét mijn job is. Ook wijs ik er haar op dat ze vast nog wel wat plaats vindt als ze beter zoekt, maar dat ik er geen probleem mee heb haar koffer te labelen en in onze kofferruimte te brengen. Ik druk de koffer weer in haar handen. De dame laat me weten dat mijn attitude een regelrechte schande is en twee seconden later vindt ze een prachtig plaatsje. Ik kijk even op mijn horloge en merk dat we al te veel tijd verloren hebben met het instappen.
Ik smak mijn bloedrode lippen op elkaar en zet mijn mooiste glimlach op
Ik kijk rond en zie dat iedereen weer ruim zijn tijd neemt. Op het gemak het jasje uitdoen, nog snel iets uit de tas nemen, eens rond kijken en misschien nog even een discussie met de buur wie het liefst aan het raampje zit en dat alles pal in het gangpad natuurlijk zodat niemand voorbij kan. Tijd om in actie te treden.
Ik gebruik mijn strenge, maar altijd vriendelijke stewardessenstem om iedereen sneller te laten plaatsnemen. Langzaam maar zeker begint het er beter uit te zien . En dan komen de verlossende woorden: “Boarding is completed”. Halleluja, gelukt. Trots kijk ik rond hoe iedereen braaf klaar zit om te vertrekken. Alsof het gangpad mijn catwalk is loop ik naar de achterkant van het vliegtuig. Mijn lange blonde vlecht wappert achter mij aan, ik smak mijn bloedrode lippen op elkaar en zet mijn mooiste glimlach op. In mijn hoofd speelt de Sex and the City intro muziek en ik voel me goed. Tijd om naar Palma te vliegen! Maar dan slaat het noodlot toe. Een lang been met een elegante schoen strekt zich in het gangpad uit, ik wil een stap opzij zetten maar het is te laat. Voor ik het weet voel ik een grote klap en zit ik met handen en knieën op de grond. Ik probeer mijn eIegantie nog ietwat te redden door mijn rok naar beneden te trekken maar veel helpt het niet. Ik krabbel recht met een rode kop en doe alsof er niets gebeurd is. Ik loop door en maak me klaar voor de veiligheidsinstructie demo. Een glamoureuze dag in het leven van een stewardess, denk ik dan.