‘Weet je wat raar is,’ zegt hij plots?
‘Het lijkt wel alsof hier alle jonge vrouwen steeds zwanger zijn.’
Ik kijk raar op en besluit ze te tellen. Hardop.
Waarvan hij dan weer raar opkijkt.

We zitten op het terras van The Muffin Bakery, in het hartje van commercieel Stockholm en ik kan er mijn vinger niet op leggen.

Het frustreert me.

En even twijfel ik aan mijn talent als detailspotter.

Niet altijd handig, dat zien van de bomen, zonder het bos. Maar het maakt de wereld des te leuker.

Ik ben iemand die meteen de eigenaardigheden van een persoon, plaats, conversatie of ziel opmerkt, maar het lijkt er sterk op dat ik hier voor het eerst in mijn leven in een zee van uniformiteit verzeil.

Ik ben getuige van Lagom!

Toegegeven, het klinkt als een hard oordeel dat te vroeg geveld wordt, maar het feit dat ik misschien getuige ben van een uitgesproken gemeenschappelijk erfgoed, laat me niet los.

‘Laten we beroepen raden!’, schreeuw ik plots in een poging om verder te zien dan mijn neus lang is.

Etjen lacht: ‘Ok, maar ik wil eerst nog een koffie.’

‘Ik ga wel,’ antwoord ik en slenter naar binnen.

De toog maakt meteen komaf met iedereen die meent gewapend te zijn tegen de verleiding van vers gebak en rijkelijk versierde muffins.

Torenhoge stapels zoete lekkernijen en rijkelijk aanwezige hartigheden puilen net niet boven het glas van het koelvak uit en schreeuwen in stilte om geproefd en aanbeden te worden.

Dus in een mum van tijd sta ik triomfantelijk naar Etjen te staren met veel te veel borden lekkers.

En de koffie.

Of course.

‘Geen karakter!’, zeg ik snel als hij me geamuseerd aankijkt.
‘Je hebt gelijk. Ik zie ze ook. De zwangere vrouwen.’

‘Ja, bizar hé!’, roept hij uit, met zijn mond vol cheesecake.

Na een tijdje heen en weer raden welk beroep de voorbijgangers uitoefenen, begint me iets te dagen.

Lagom!!!

Ik ben getuige van Lagom!

En de Zweden die ik zie passeren, zijn – zelfs nu nog – stuk voor stuk erfgenamen van een stukje overlevingscultuur van de – ja, u leest dit goed – Vikingen!

Deze dronken namelijk uit dezelfde beker en aten uit dezelfde kom, waardoor ze de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid droegen dat er “genoeg” voor iedereen moest zijn.

Beker en schotel gingen het hele team (laget) rond (om).

De roots van hun identiteit ligt in dit begrip verscholen, en daardoor is het voor mij een uitdaging om details te spotten.

Voor Zweden is lagom een diep verankerde levensvisie. Lagom betekent dan ook ‘precies genoeg’. Niet te veel, niet te weinig.

En laat de Zweden nu ook nog eens het toonbeeld zijn van bescheidenheid en je krijgt al gauw vat op de kern van hun wezen.

Zo lopen ze nooit te koop met hun emoties, prestaties of overwinningen. Gematigheid is de norm bij alles wat ze ondernemen. Misschien maakt hun dit wel tot een van de meest geoliede landen van Europa, denk ik dan.

Daarvoor heb ik hem te lang moeten missen om nu niet het onderste uit de kan te halen.

Plots begrijp ik ook het gebrek aan kleur, detail en uitgesproken identiteit in het straatbeeld.

Iedereen shopt precies bij dezelfde kledingwinkel, bijvoorbeeld.

En alles schreeuwt dus “doe maar gewoon”, maar, toegegeven, met een elegantie die sterk opvalt.

Het is vooral de balans die ze willen behouden, denk ik dan.

Ook fika hoort daarbij, bij die balans.

Als je door de straten loopt, word je gebombardeerd met het woord op menig raam of uithangbord.

Het zit zo:
In de negentiende eeuw speelden de Zweden graag met woorden. Ze puzzelden een nieuw woord bijeen met de bestaande letters en zo integreerden een hoop van deze bijeengeklutste begrippen de Zweedse spreektaal.
Fika is het resultaat van het spelen met “kaffi” en betekent dus niet meer of minder dan koffie. Maar het verraadt ook de maatschappelijke nood aan samen zijn, tijd nemen voor mekaar en rust inlassen.

Zo is het not done om géén koffiepauze te nemen op je werk om 11u. Want de balans werk – ontspanning wordt in Zweden streng bewaakt. En de dagelijkse portie fika houdt dat in stand. Iedereen maakt hier tijd om minstens één keer per dag een koffiepauze in te lassen. En de ontelbare steengoede koffiebars in deze stad getuigen hier alleen maar van.

‘Ik vind het hier leuk, Etjen, het lijkt wel of niemand gestrest is.’

Ik kijk hem aan, mijzelf afvragend of dit nu een vaststelling is, of een vraag.

‘Ja, dat lijkt écht zo, maar ze zullen ook wel stress kennen, denk ik.’

‘Zullen we hier morgen terug komen? Beroepen raden en zo?’, vervolg ik.

‘Ja. Prima,’, antwoordt hij. ‘Wil je naar het Abbamuseum?’

Hij kijkt me aan zoals alleen hij dat kan.

‘Why not!’, glimlach ik.

‘Ok! Hop! Laten we dan een fiets huren, want het is redelijk ver lopen.’

‘Nog een laatste kop?’, vraag ik.

‘Ok, nog een laatste,’ klinkt het achter me.

Want ik ben al onderweg naar de barista. Een beetje fika kan geen kwaad. Maar geen lagom voor ons deze dagen.

Daarvoor heb ik hem te lang moeten missen om nu niet het onderste uit de kan te halen.

The Muffin Bakery
Drottninggatan 73
111 36 Stockholm
Zweden

Ontdek nog meer artikels over ...