Als oude vlasroterij straalt Lin’eau de charme uit van industrieel erfgoed. De oude Leiearm deed vroeger dienst als vaarweg, maar is vandaag vooral eye candy voor de bewoners van luxe-appartementen en, tijdens zomermaanden, de gasten van het restaurant. Chef Baptiste Tieberghien opende Lin’eau met zijn partner Lisa Van de Cauter in tempore non suspecto, een half jaar voor de pandemie. Dat was een harde noot voor het jonge paar: Lin’eau had nog maar pas een eerste seizoen gedraaid en moest alweer de deuren sluiten. Daardoor bleef het restaurant (te) lang onder de radar, tot de chef vorig jaar tot Viskok van het Jaar werd uitgeroepen.
Lin’eau is een opvallende zaak, en de goede huisvader in mij is vooral bezorgd om de centen die nodig zijn om alles netjes van energie en warmte te blijven voorzien. De architect heeft terecht voor het behoud van de industriële structuur gekozen, en verder werd vooral voor aardse tinten geopteerd die het geheel rust en gezelligheid verschaffen. Kunstenaar en typograaf Denis Meyers bracht een bijzonder fresco aan op de muur, een stroom van culinaire begrippen die van bron tot monding lijken te vloeien.
Met de saus bewijst Tieberghien een vakman te zijn, die de kracht van een fond begrijpt
Er is niet echt een lunchformule in Lin’eau, maar wie dat wenst kan ’s middags voor twee gangen (€ 40) opteren uit het zesgangenmenu (€ 90). Er zijn ook varianten mogelijk met drie of vier gangen (respectievelijk € 55 en € 70). Dat zijn erg toegankelijke prijzen, waarbij een chef flink moet oppassen welke producten hij verwerkt en hoe groot (of klein) hij de porties maakt. Het is de uitdaging in 2023: redelijke prijzen blijven vragen en toch je gasten niet met honger van tafel sturen. Ik heb onlangs in een ander restaurant beleefd hoe dat overigens ook helemaal fout kan gaan.
Baptiste Tieberghien valt niet in die kuil. De gerechten zijn speels, hoog op smaak en creatief. Een cannelloni van noordzeekrab wordt gecombineerd met sorbet van geitenmelk, appel en lavas. Het is een fris gerecht, en de smaak van de kaas is niet overheersend bij het delicate vruchtvlees van de krab. Als tweede bereiding komt het gerecht op tafel waarmee de chef Viskok werd: handgepelde garnaal, knolselder en karnemelk. De structuren en smaken van Noordzeegarnaal met de gebrande karkassen worden ondersteund door zalvende en aardse knolselder. Een lepel Royal Belgian Caviar maakt dit tweede voorgerecht nog rijker en delicater, maar kost ook € 20 extra. Onglet van Rubia Gallega rund (alweer een slimme en democratische keuze) is uit de kunst gebakken en vergezeld van zandwortel en zwarte look. Met de saus bewijst Tieberghien een vakman te zijn, die de kracht van een fond begrijpt. Het is naar mijn aanvoelen het hoogtepunt van de middag. Bloedsinaasappel komt als een soort orange givré op tafel, gevuld met sorbet en mousse van pompelmoes en yoghurt, en een crumble van sesam waarvoor we wat speurwerk moeten verrichten. Het dessert mist structuur en textuur.
Restaurant Lin’eau is helemaal geen bistro. Er is nagedacht over een eigen signatuur, de gerechten zijn spitsvondig en op smaak, de sauzen zijn voltreffers. Ik kom in de zomer even terug, om op het terras te kunnen tafelen met zicht op de meanderende Leiearm.
Door Toni De Coninck.
Restaurant Lin’eau, Koen Lisardestraat 19, Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke). Alle info via deze website. Zet je gps op Sint-Bavostraat.