Er zijn slechtere momenten voor een eerste ontmoeting met een tropisch eiland dan een zonsondergang uit de duizenden. De lucht boven Les Trois Îles, mijn thuisbasis voor de komende 4 nachten, kleurde langzaam van diep oranje naar zacht paars, terwijl de zon zich terugtrok en de zee in vuur en vlam zette. Net alsof het eiland zijn welkomstgroet uitsprak in licht en schaduw. De geur van zout water en bloeiende bougainvillea hing in de lucht, terwijl ik mijn eerste wandeling maakte en op verkenning ging. Want stilzitten is behoorlijk moeilijk met zo’n uitzicht. Hier, in dit rustige dorpje aan de baai van Fort-de-France, de hoofdstad van Martinique, zat meteen de eerste kennismaking met het eiland op me te wachten – een eiland vol liefde voor de natuur.

Vanop de kade aan het water zag ik de vissersboten langzaam terugkeren, hun silhouetten slechts schimmen tegen de horizon. Met het ritme van de golven als mijn metgezel, en de geluiden van krekels die me net iets te veel rillingen deden krijgen, werd het voor het eerst duidelijk: Martinique is een eiland om te ervaren, niet alleen om te bezoeken. En zo viel de eerste nacht. Mijn bedje in La Pagerie – Tropical Garden Hotel, riep stilaan mijn naam, en na de enorme jetlag kon ik dus ook niet wachten om te dromen over wat me de komende dagen te wachten stond…

Er is geen betere manier om wakker te worden, dan met een gezonde hoeveelheid rum

De enige therapie die je nodig hebt: Saint-James Rum

Er is geen betere manier om wakker te worden dan met een gezonde hoeveelheid rum. Althans, dat is wat ik moet geloven als de Martinikanen volg. Na een lange rit kom ik aan op de iconische Distillerie Saint-James in het oosten van het eiland, een van de oudste en meest gerenommeerde rumproducenten van Martinique. De rijke geschiedenis van Saint-James begint in 1765 en loopt door tot vandaag, met elke fles rum die de essentie van het eiland in zich draagt.

De oude koperen distilleerketels en de geur van vers geperst suikerrietsap dompelen bezoekers onder in een wereld waar traditie en vakmanschap de boventoon voeren. Het is dan ook geen gewone drank: Wij hebben chocolade, frieten, en een koude pint; de Martinikanen zoeken het al wat sterker.

Mocht je uiteindelijk beslissen om de rum een kans te geven, heb je meer dan genoeg keuze om uit te kiezen. Want elke rum is anders. Kies je voor een oude, gerijpte rum? Of eerder een jongere variant? Verlang je een subtiele smaak van tropisch fruit, of liever kruiderig? Elk op hun beurt weten ze je mee te brengen naar de velden waar het suikerriet werd verbouwd, waarna je bij Saint-James ook de kans krijgt om dat te doen. Een welgekomen ontdekking in het plattelandsleven op het eiland.

Historische wortels: Habitation Céron

Habitation Céron. Een plek waar de tijd traag lijkt te tikken, verstopt in het noorden van Martinique. Ik dwaal tussen de ruïnes van deze oude suikerplantage, terwijl de takken van een gigantische zamana-boom – die er al drie eeuwen lang vastgeworteld staat – boven me uitreiken. Hier hangt iets in de lucht. De geur van historie, vermengd met de zoete geur van bloemen en de vochtige aarde na een hevige regenbui gisterennacht.

De oude fabriek, ooit bruisend van activiteit, staat er nu rustig bij. Al is er vandaag bij Habitation Céron veel meer aan de hand. Lokale gerechten worden hier met liefde bereid, rechtstreeks uit de tuin. Terwijl ik een hapje neem van het vruchtvlees van de versgeplukte cacaoboon, denk ik aan de verhalen die de muren rondom me hebben gezien. Alles lijkt hier te smelten tot één: het verleden, het heden en de smaken van Martinique. En dat in het mooiste decor van het eiland.

De lucht van het nabijgelegen regenwoud voelt fris. Het regenwoud van Martinique is niet zomaar een verzameling bomen, maar een levend en ademend ecosysteem dat voortdurend verandert. De zee van groen – torenhoge palmen, lianen die zich vastklampen aan de bomen, en varens die zachtjes meedeinen op de wind – omringt me. De zon speelt een verstoppertje tussen de bladeren en laat gouden lichtvlekken dansen op de grond. En ik baan me een weg tussen alles wat leeft, een quasi onmogelijke opgave waar ik me keer op keer aan waag. Elk geluid, van het gefluit van vogels tot het geritsel van bladeren onder mijn voeten, lijkt hier intenser. Dit is de natuur in haar puurste vorm.

La Savane des Esclaves is een herinnering aan een tijd waarin vrijheid een verre droom was voor velen

Het koloniale verleden van Martinique

Ik staar muisstil voor me uit, oog in oog met Romain. Zijn standbeeld nog intenser dan ik me had ingebeeld, met de gedachte wat er zich hier allemaal heeft afgespeeld. De zon brandt op mijn huid terwijl ik door La Savane des Esclaves loop. Hier geen drukte, geen afleiding. Aan de donkere geschiedenis is hier niet te ontsnappen. En hoewel de plek soms iets meer weg heeft van een attractiepark dan een openluchtmuseum, krijgt niets de kans om de intensiteit van de plek te doordringen. La Savane des Esclaves vertelt het verhaal van het slavenverleden van Martinique. Jarenlang werden de oorspronkelijke bewoners van Martinique onderdrukt door de Fransen – het koloniale verleden. Een verleden van bloed, zweet en tranen.

Elk pad, elke hut, en elk onverteld verhaal in La Savane des Esclaves doet m’n hart een tel sneller staan –  dat ongemakkelijke gevoel dat niet lijkt te ontsnappen. La Savane des Esclaves is een herinnering aan een tijd waarin vrijheid een verre droom was voor velen. Onze gids vertelt over de verhalen die zijn doorgegeven van generatie op generatie. Ik luister, maar laat vooral de stilte spreken.

Een van de houten hutten trekt mijn aandacht. De eenvoud ervan. Hoe moet het geweest zijn om hier te leven, te overleven? Ergens verderop hoor ik zachtjes muziek. Bélé, de drum en dans die hier nog steeds resoneren. Het was een instrument dat vroeger een leidraad was in de overlevingsdrang van de slaven, en ook vandaag hechten de Martinikanen nog veel belang aan de Caraïbische trommel.

De hartslag van Martinique: Maison du Bélé

Een diepe klank vult de ruimte. Bij Maison du Bélé draait het om meer dan alleen muziek; het is – zoals eerder al bleek – het hart van Martinique dat hier klopt. Ik neem plaats, omringd door mijn medereizigers die net zo nieuwsgierig zijn als ik. Onze handen rusten op de trommels voor ons, en volgen stilaan het ritme van de lerares die een poging waagt ons wat van haar cultuur bij te brengen. *boem tam tam boem*, en al snel voelen we de puls van de muziek door onze vingers stromen. De eerste slagen zijn onwennig, maar dan neemt het ritme over. Het is alsof je in een collectieve trance belandt, en plots gaat het vanzelf.

Bélé, ooit ontstaan uit het verlangen naar expressie tijdens slavernij, is vandaag de dag een symbool van trots en doorzettingsvermogen. Terwijl ik meespeel, begin ik te begrijpen wat deze muziek betekent voor de mensen hier. Het is niet alleen geluid. Het is herinnering, ritueel, een overlevingstechniek die generaties verbindt. En vooral een manier om mensen samen te brengen, want zodra ik die boem tam tam boem in de vingers heb zitten, krijg ik de glimlach niet van mijn gezicht!

Varen met de yole: Vrijheid op de golven

De wind trekt aan de zeilen, en de yole – een traditionele houten zeilboot – danst bijna op het water. Varen met de yole is geen gewone boottocht. Het is een kunst, een ritueel dat precisie en samenwerking vereist. En wanneer je een groep van Vlaamse en Canadese onbekenden samenbrengt, blijkt het woord samenwerking een nieuw hoogtepunt te bereiken. Zodra we de kust van Plage de Pointe Marin verlaten, komt de eerste golf ons teamwork op de proef stellen. De golven duwen ons zachtjes, de zeilen vangen de wind perfect op. De balans vinden is een uitdaging. En zonder een gezonde hoeveelheid durf komt dit niet goed. ’t Is niet elke dag dat je in de Caraïbische zee op een traditionele yole vaart, dus weg met al mijn twijfels. In drie tellen hang ik over de houten balk, en laat ik de zwaartekracht zijn werk doen.

Al snel kantelt de boot terug de goede richting uit, en de groep tiert van geluk. Ons gejuich leek iets te vroeg te komen, maar net als je denkt dat de yole kantelt, herpakt ze zich sierlijk. Het is alsof we deel uitmaken van een choreografie, waarin iedere beweging telt. En wanneer je beseft dat een doodgewone houten boot op slechts enkele tellen een sterke band wist op te bouwen tussen iedereen aan boord, weet je dat je dit voor geen geld zou willen missen.

Op de as van verwoesting: Distillerie Depaz

De oprijlaan naar Distillerie Depaz slingert zich een weg omhoog, met aan weerszijden statige rijen suikerriet die wuiven in de warme bries. Hier, aan de voet van de imposante Mont Pelée, vind je een plek waar geschiedenis en natuur naadloos samenkomen. De distilleerderij is meer dan een plek waar rum wordt geproduceerd; het is een monument van overleving. In 1902 werd Saint-Pierre, ooit de parel van de Caraïben, volledig weggevaagd door de vulkaanuitbarsting van Mont Pelée. Victor Depaz, de zoon van een rijke plantage-eigenaar, keerde terug naar de plek waar hij zijn familie had verloren, vastberaden om opnieuw te beginnen. Op de as van verwoesting bouwde hij zijn leven en deze distilleerderij weer op.

Het bijbehorende woonhuis, een imposante koloniale villa, ademt dezelfde mix van weelde en melancholie. Terwijl ik door de kamers wandel, gevuld met antiek en herinneringen aan een vervlogen tijdperk, voel ik de sporen van geschiedenis in elke hoek. De hoge plafonds, de weelderige tuinen, alles herinnert aan een leven dat abrupt werd onderbroken, maar ook aan de veerkracht om opnieuw te beginnen. Het uitzicht vanaf de veranda is adembenemend: uitgestrekte velden, de ruige contouren van de vulkaan, en de Caribische Zee die in de verte glinstert. Hier, met mijn laatste glas amberkleurige rum in de hand, proef ik niet alleen de rijke smaken van Depaz, maar die van heel het eiland. Een smaak die nog lang zal blijven nazinderen…

Door: Rens Oosterlinck.

Alle toeristische info over Martinique vind je via deze link.

Ontdek nog meer artikels over ...