Mijn neus kleeft tegen het vliegtuigraampje wanneer we over Groenland vliegen. Het nulpunt van onze planeet duikt zo’n tien kilometer onder ons uit het niets op. Ongerept, als een wit-violet-roze wonderwereld. We kijken vanuit helikopterperspectief neer op het bevroren land, dat van hieruit eerder broos dan meedogenloos lijkt. Beneden kraakt, scheurt en smelt het eeuwenoude oerijs van de poolkappen. Metersdiepe kloven vormen koude canyons. Zo idyllisch kan de lelijke waarheid zijn.
Ik blijf de plek nog lang nastaren, terwijl het vliegtuigje op het scherm voor mij met ritmische sprongen een gele boog trekt vanuit Reykjavik over Newfoundland en Labrador, over Chicago naar Dallas. Deze vooruitblik maakt me des te nieuwsgieriger naar Texas. Een staat waarover veel gezegd, maar nog meer gezwegen wordt, niet het minst over het klimaat. Met 700.000 vierkante km beslaat Texas van noord naar zuid een afstand van 1200 km, dat is van Brussel tot Barcelona. Dat maakt haar de op één na grootste staat van de Verenigde Staten, na Alaska.
Het is even wennen, voor een immer zelfrelativerende Belg
In het spoor van de Barrow Gang
Veel verder dan de clichés reikt mijn feitenkennis over de streek niet. Want de alom gekende verhalen over het oude wilde westen laten zich het makkelijkst vertellen. De heldhaftige en zonderlinge figuren die zich er tijdens hun korte leven de eeuwigheid in wisten te schrijven, spreken al jaren tot onze collectieve verbeelding. Dat bewijzen het waanzinnige succes van Playstation Red Dead Redemption 2 en de serie Westworld ook vandaag nog.
Die hype is niet nieuw, integendeel. M’n broer en ik speelden vroeger urenlang van cowboy en indiaantje, verslonden de verhalen van de Blauwbloezen en Lucky Luke en groeiden op met de theme song van Dallas in de achterkeuken. Maar hoe gaat het er vandaag aan toe? Wat valt er te beleven? En wat kenmerkt de moderne Texaan?
Dat ze de leuze ‘Everything’s Bigger in Texas’ er alvast au sérieux nemen, merken we al bij onze aankomst. Van het queensize hotelbed en de sloot meeneemkoffie tot de adjectieven die men in de mond neemt. Zelfs de Segway waarmee we Dallas een dag lang verkennen is XL. Het is even wennen, voor een immer zelfrelativerende Belg.
We verlaten Dallas na een speeddate die om een tweede vraagt, en halen de RV op waarin ik de komende week op enkele vierkante meters zal verbroederen met mijn reisgenoten. Voor mij luidt dat vertrek meteen een ‘eerste keer’ in tweevoud in: zowel wat het voertuig als het continent betreft begeef ik me op nieuw terrein. Benieuwd welke nieuwkomer me het meest zal weten te verrassen.
Ook de meest beruchte outlaws in de Amerikaanse geschiedenis, Bonnie Parker en Clyde Barrow, vonden hier hun uitvalsbasis
En route
West-Texas is ons speelterrein voor de komende twee weken. De plek waar bizons, tribes, cowboys, bandieten en andere outlaws nog niet zo heel lang geleden door de eindeloze prairie zwierven. Waar de straten slechts een aaneenschakeling vormden van goktenten en saloons. Waar legendes als Buddy Holly, Buffalo Bill en andere most wanteds thuiskwamen, al was het maar voor even.
Ook de meest beruchte outlaws in de Amerikaanse geschiedenis, Bonnie Parker en Clyde Barrow, vonden hier hun uitvalsbasis. Bonnie werkte in een koffiebar in Dallas vlak voor hun grote avonturen begonnen. Clyde werd er begraven toen ze in mineur eindigden. Het verhaal van de jonge bankrovers en moordenaars spreekt bijna 100 jaar later nog steeds tot de verbeelding van bezoekers, net als de plaatsen die ze ooit aanraakten. Ook wij trekken hen noordwestwaarts achterna.
Cattle & cotton
We laden de bagage over en slaan proviand in voor een week. Ik vergaap me aan de ruimte, knopjes en comfortabele snufjes die de RV te bieden heeft. Ik zag nooit eerder een ‘recreational vehicle’ van wel 5 meter lang. Hier is alles groter, beter en best. Voor een wildkampeerder als ik bij wie dat extra paar sokken de strenge inpakselectie vaak zelfs niet haalt, lijkt deze manier van reizen de wereld op z’n kop.
Het minimalisme schuilt hier veeleer in het landschap. Eenmaal we de suburbs van Dallas uit zijn gereden, blijft het uitzicht urenlang hetzelfde. Rijden wordt een oefening in mindfulness, de brommende dieselmotor en de lokale countryzenders onze soundtrack. Het landschap is vlak en de wegen lijken alleen maar rechtdoor te gaan. Hier en daar doorprikt een dorpje de monotone prairie, of een zijweg waarvan alleen de letters op het hekwerk prijsgeven waar hij voorbij de horizon heen zou kunnen gaan. Gigantische trucks en pick-ups razen ons voorbij. Op de highway vergaat zelfs onze grote RV in het niets.
We brengen onze eerste nacht door in Jellystone Park in Wichita Falls, de eerste grote stad zo’n 150 mijl ten noordwesten van Dallas. De motor van de RV tikt nog na, wanneer de sheriff van de regio ons al stevig de hand drukt. Vanavond ruilt hij zijn ster in voor een schort en zijn revolver voor een vleestang, waarmee hij een tiental 72oz steaks boven het houtvuur bruin bakt. Even later vist hij er ook de peach cobbler – een traditionele perziklekkernij die menige cowboy warm hield in de prairie – mee uit de pot. Hij glimt van trots wanneer ons mes door de homp vlees heen glijdt. Hier is de grootte van de steak de maatstaf van het bruto nationaal geluk.
Het vee is dan ook één van de grootste rijkdommen van de staat. Naast olie, gas, gras en katoen levert de droge grond hier verder bijzonder weinig vruchtbaars op. Vlees promoten blijft dus een erezaak. Vandaag ontmoet de sheriff zijn eerste vegetariër, met respect en een tikkeltje medelijden.
Af en toe vliegt er een jachtvliegtuig over ons diner bij kamplicht. De straaljagers vliegen richting de Sheppard Air Force Base, enkele kilometers buiten de stad. Amerikaanse en NAVO-jachtpiloten worden er getraind. In de plaatselijke brouwerij in het verder stille stadscentrum, ontmoeten we niet alleen Texanen, maar ook Canadezen, Nederlanders, Denen en een Vlaming. De caféspelen en de Belgisch geïnspireerde IPA op de kaart vormen ons grootste raakvlak. Na enkele spelletjes wijzen de locals ons trots de weg naar ‘s werelds kleinste skyscraper van slechts drie verdiepingen of 12 meter hoog. Ze vragen of we er met z’n allen mee op de foto willen. Ik denk even dat ze ons erin luizen, maar vind het gebouwtje later wel degelijk terug in het officiële Guinness book of world records. Als ze de grootste niet kunnen hebben, eisen ze nog snel even de kleinste op. De Texanen zijn de meest ijverige titelverzamelaars die ik ooit tegenkwam.
Terwijl we in stilte nagenieten, trippelt er een coyote voorbij
Campers & canyons
De volgende dagen rijden we verder westwaarts. This is the road to Amarillo. Met een katoenveld hier, een enkele watermolen daar en dan weer urenlang niets. De RV tuft op automatische piloot richting de Texas Panhandle. Slechts een zeldzame hobbel in de weg weet onze meditatieve roadtripflow te doorbreken. Het servies antwoordt in hoge morsecode-tonen. In het bovenste puntje van de Lone Star State duikt het landschap ineens onaangekondigd de dieperik in, tussen de High Plains en de lagere vlaktes van Centraal-Texas. Met haar 15.313 hectare is Caprock Canyon Estate Park één van de grootste parken binnen de staat. De smalle ravijnen maken de rotswanden toegankelijker en de kleuren levendiger. De kliffen schieten duizenden meters de hoogte in, als natuurlijke beschuttingen voor de paden en riviertjes. Je kunt er urenlang wandelen, mountainbiken of paardrijden op de 25 mijl lange paden.
De weg naar onze kampeerplaats glijdt dwars door de gelaagde muren van de canyon, in de vallei van de Little Red River. Het is moeilijk om je voor te stellen dat zo’n kleine stroom zo’n diepe kloof in het landschap kan snijden. Je kunt je dan weer wél makkelijk een groep tipi’s voorstellen langs de brede bocht van de rivier. In deze ravijnen zochten Apache- en Comanchestammen naar bescherming tegen het gure weer en naar wilde bizons – het dier dat hen van alle levensbehoeften voorzag. Tijdens de zogenaamde ‘buffalo jump’ joegen ze hele kuddes zonder mededogen een ravijn in.
Na de onbegrensde jacht op de dieren van Buffalo Bill en consoorten stond het ras op het randje van uitsterven. Je mag de mythische figuur gerust een seriemoordenaar noemen, als je bedenkt dat hij samen met zijn talloze aanhangers verantwoordelijk was voor het afslachten van maar liefst 60 miljoen bizons, in de hoop de Native Americans zo de overwinning te kunnen afdwingen.
Dit kleurrijke landschap maakte ooit ook deel uit van de legendarische JA Ranch van Charles Goodnight. Hij was het die tubes bizonzaad en een kudde bizons naar het park haalde, die later de officiële, beschermde Texas State Bison Herd zou worden.
We installeren de camper in het midden van de canyon en maken onze opstelling coyote- en bizonproof. Het koelt opvallend snel af. Overdag is het hier zelfs in oktober snikheet, maar ‘s nachts stuurt onze adem kleine rooksignalen. We worden getrakteerd op een melkweg die oplicht als een diamanten speldenkussen, bij een glas Texaanse whiskey en smores op het kampvuur. Terwijl we in stilte nagenieten, trippelt er een coyote voorbij, die we later naar zijn kameraden horen huilen. De volgende ochtend zie ik mijn eerste halo rond de maan. Hier hangt iets mystieks in de lucht, zoveel is zeker.
Palo Duro
De volgende dag rijden we nog enkele uren verder naar het noorden, naar het grote zusterpark Palo Duro. Wanneer we langs de highway het zoveelste chicken fastfood restaurant passeren in onze eigen RV, zijn de gelijkenissen met Breaking Bad niet ver weg. De escapades van Walter White speelden zich dan ook slechts enkele mijl verder af, net over de grens in New Mexico.
Opnieuw splijt de grond ineens uit het niets open, tot 300 meter diep. Met een lengte van 193 kilometer is de Palo Duro Canyon de op één na langste kloof van Amerika. Je verkent de kloof te voet of per mountainbike over één van de vele paden, of vanuit de camper. Want dit zou Amerika niet zijn, als je hier niet enkel tot aan de rand van de kloof, maar zelfs tot op de bodem ervan mag rijden met de RV.
De canyon is vooral bij zonsop- en ondergang het spectaculairst, als de rotsen door de zon in lichterlaaie lijken te staan. We verkennen de canyon vanuit enkele van de 48 kilometer lange paden, met de lighthouse trail als absolute topper. Mijn slaapplaats boven het stuur is smal als een Japanse hotelcapsule, maar vormt een warme cocon tijdens de vriesnachten. ‘s Ochtends rol ik vrij letterlijk de dag in.
Dat desolate gevoel zet ‘the Texas mystique’ alleen maar meer kracht bij
Buddy Holly
Na een rustgevende natuurstop van enkele dagen, rijden we via Lubbock terug de bewoonde wereld in richting Abilene. Nu ja, bewoond. De staat is zo groot, dat je je afvraagt waar die 27 miljoen mensen die er in schijnen te wonen zijn gebleven. De straten in de steden en dorpjes zijn vaak verdacht rustig. In de straten zie je enkel andere campers en auto’s bewegen, vaak met verduisterde ramen. Dat desolate gevoel zet ‘the Texas mystique’ alleen maar meer kracht bij. Amerikanen lopen niet, meende auteur Arjan Van Veelen, en we moeten hem gelijk geven. Een wandelingetje maken is echt iets wat alleen rare Europeanen doen.
Lubbock heeft haar naamsbekendheid vooral te danken aan rock-‘n-roll cultfiguur Buddy Holly. Het talent van de singer songwriter en het verhaal van het stormachtige verloop van zijn korte carrière reisden met zijn nummers de wereld rond. We bezoeken het museum, zijn ouderlijke woonst en graf, waar hij als eeuwige 22-jarige onder plastieken bloemen en plectrums rust. In het Buddy Holly Center kunnen fans van Peggy Sue’s geestelijke vader collectors items als zijn zwarte hoornen bril en zijn Fender Stratocaster bewonderen.
Niet alleen de muziek uit de streek, maar ook de lokale wijn is het proeven waard. In de voormalige Coca-Colaflessenfabriek produceert de familie McPherson verschillende bekroonde wijnen. Ze gingen daarvoor wereldwijd op zoek naar de druivensoorten die het smaakvolst en snelst zouden groeien in de warme, droge Texaanse grond.
Tijdens onze laatste etappe pakt de stad Abilene uit met bizarre titels als ‘stad met meeste aantal kerken per inwoner’, ‘negende meest winderige stad van de US’ en ‘Storybook Capital of American sculptures and activities’.
Het geweldige Frontier Texas museum is dan weer wél de moeite waard. Wie het verhaal van de cattle drives, bizons, indianenstammen en kampen in al zijn nuances belicht wil zien, vindt hier wat hij zoekt. De bezoekerscentra in de parken zijn immers vaak nog tenenkrullend inaccuraat. Dit museum heeft de juiste technologieën en toon gevonden om een korte, maar bijzonder gevoelige geschiedenis op een boeiende manier te vertellen. Een must visit.
Oude forten & Fords
Onze trip door the best of the west eindigt in Fort Worth, aka Cowtown. Voor vele bezoekers is dit het hoogtepunt van de trip. Hier bestreden bandieten, cowboys, outlaws, native Americans & sheriffs elkaar bij daglicht, om er na middernacht opnieuw amicaal de toog te delen.
Fort Worth ontstond in 1849, als legerpost om kolonisten te beschermen tegen aanvallen van ‘vijandige indianen’. Later werd het een stopplaats voor cowboys op de wekenlange cattle drive trail naar het wilde Westen. Duizenden wilde Longhorns werden er door de straten naar de stockyards geleid. Met de komst van de spoorwegen en de ontdekking van olie boomde de stad pas echt.
Levende legendes als Bonnie & Clyde logeerden er ook en beroofden er de banken tot tweemaal toe. In het Stockyards hotel slaap je met de revolver van Bonnie boven je bed. Bij boeven als deze waren de Amerikaanse dollarbiljetten ‘most wanted’. De biljetten worden hier tot op de dag van vandaag nog steeds vers geperst en gedrukt. Je kan ‘the money factory’ gratis bezoeken.
Andere grote trekpleisters zijn de stockyards, waar cowboys dagelijks doorheen paraderen, de TX whiskey distillery en Billy Bob’s, de grootste honky tonk van de US. Bij lederwinkel Leddey’s komen presidenten, cowboys en sterren van heel Texas en de Verenigde Staten over de vloer. Op zoek naar hét paar handgemaakte laarzen van hun leven, die op maat verkrijgbaar zijn in alle kleuren en maten. Voor zo’n $1000 tot $14,000 per paar, haal je ze readymade op na een jaar.
The best of the west
Uiteindelijk wisten zowel de Lone Star State als de camper me te verrassen. De rijke mix van culturen en migranten bepaalt het levendige karakter van de staat. Je hoort het in de muziek, proeft het in het eten en ervaart het in de warmhartige aard van de mensen.
Dallas ligt pal op de voelbare scheidingslijn tussen het nostalgische oude westen en het modernere oosten. Links ervan lonkt Fort Worth en weerklinkt Buddy Holly en countrymuziek, rechts Austin, op de hippe tonen van Khruanbing en Cigarettes After Sex. De staat brengt een gekleurd en gelaagd verhaal, dat zich het best traag laat verkennen. De camper blijkt op zo’n moment de meest comfortabele compagnon de route. Don’t mess with Texas.