Sinds een paar weken heb ik het no-nonsens eettentje Casa Bonilis uitgeroepen tot het centrum van het dorp waar ik kom om te schrijven. Toevallig gebeurde dat niet, het is allemaal de schuld van Camille.
Toen ik haar voor het eerst zag, schrok ik me een hoedje. Ze had lang, krullend, loshangend en afgebleekt haar dat haar het allure bezorgde van een Australische surfster die net de zee en de stormen achter zich had gelaten en nu zelfverzekerd het strand kwam opgestapt. In haar rechter neusvleugel droeg ze een klein, zwart ringetje – een detail waar ik niet meteen warm van word maar dat wel meteen mijn aandacht trok.
Ze straalde een vriendelijkheid en een zelfverzekerdheid uit die zeldzaam geworden zijn, en al zeker in restaurants waar slome, jonge serveurs, die de helft van de tijd met hun lief staan te bellen, gemeengoed zijn geworden. Camille staat al vijftien jaar in de horeca, begon thuis bij haar vader in Isle-sur-la-Sorgue en streek vervolgens neer in het Café de France in Lacoste, waar Lawrence Durrell de laatste bladzijden van zijn Alexandria Quartet schreef.
Daarna was ze een anonieme dienster in het kleine restaurantje hogerop in het dorp, tot ze verkaste naar deze plek in de schaduw van het alom befaamde eethuis Le Fournil. Casa Bonilis was kort daarvoor overgenomen nadat de vorige eigenaars er niet veel van gebakken hadden. Nog daarvoor was het een gezellig café waar de eigenaresse ook rookgerief verkocht, en van wie gezegd werd dat ze van mannen hield. Van vele mannen welterverstaan.
Door haar persoonlijkheid en haar ontembaar enthousiasme is Camille in geen tijd uitgegroeid tot een persoonlijkheid die een schijnbare nonchalance weet te combineren met een werkethiek uit andere tijden. Haar slagzin, “Ca marche!” getuigt van de wil om alles wat ze aanpakt ook te laten slagen. Ze sleurt met bakken lege wijnflessen, bedient met grote accuratesse en in snel tempo de klanten, spreekt accentloos Engels, houdt op een braak stuk grond met een cabanon ook nog vijf pony’s en drie honden. Er huisde ook nog een schildpad in dat gezelschap, maar die is ontsnapt. Onlangs hoorde ik haar aan de telefoon tegen een onbekende uitleggen dat ze soms in haar camion de nacht doorbrengt en dat verbaasde me niks.
Daardoor ziet ze er uit als een getatoeëerde rots in de branding
Ook haar liefde voor dieren zegt alles over Camille.
“Ik heb altijd van dieren gehouden,” vertrouwt ze me op een gestolen momentje toe, “dacht er zelfs aan om veearts te worden maar studeerde uiteindelijk internationale handel. Omdat ik droomde van een commerce équitable tot ik ontdekte dat het ook in geval van duurzame handel gewoon weer om platvloerse commercie ging. Maar de horeca waarin ik thuis had mee gedraaid, bleef me boeien. Omwille van het sociaal contact, en bovendien blijft het een een job waarin je anderen kan plezieren. Een geheim is er niet, een gouden regel wel – veeleisendheid. Ik ben erg veeleisend voor anderen maar besef maar al te goed dat de discipline die daarbij hoort bij jezelf begint.”
Het resultaat van haar inzet is een bloeiende zaak waar bescheiden maar lekkere, traditionele Italiaanse gerechten worden geserveerd, waar ik tegen elven graag mijn koffie drink, de Provence lees en er met vrienden afspreek. En waar ik op de marktdag extra veel tijd uittrek om achterover leunend de passanten te observeren. Camille heeft zich laten omringen door Christian die de bescheidenheid zelve is en door mensen met een smalle kijk op de wereld wat argwanend wordt bekeken. Ik geloof dat er een gemaskerde Afghaan in de keuken staat terwijl ook Léa in de zaal helpt met opdienen. Léa is een fors uit de kluiten gewassen meid, met indrukwekkend stevige armen en benen, en een kapsel waarbij het haar aan beide kanten weggeschoren werd. Daardoor ziet ze er uit als een getatoeëerde rots in de branding. In haar schaarse vrije tijd maakt ze ook onduidelijk artistiek werk. Ze heeft met enkele collega’s een grote opslagplaats in Marseille gehuurd om als atelier te gebruiken. Alleen heeft ze daar nu even geen tijd voor.
Want terwijl het restaurant Le Fournil wat lijkt weg te deemsteren, wordt het steeds drukker in Casa Bonilis.