Bent Van Looy is naast zanger en muzikant ook schilder. Sinds kort kan hij ook nog gepubliceerde auteur toevoegen aan het rijtje. Hij schreef namelijk ‘Mijn Parijs’, een reisgids over de stad waar hij tien jaar heeft gewoond. Elk adresje in het boek heeft hij uitgetest en goedgekeurd. Naast de aanbevelingen en prachtige foto’s (gemaakt door Rob Walbers) kom je ook veel te weten over de stad zelf. Door de verhalen en anekdotes lijkt het soms op een fictieverhaal, het zijn niet allemaal aparte stukjes tekst over restaurants of boekenwinkels, alles hangt samen als een verhaal. Om helemaal in de Parijse sfeer te komen, heeft hij ook samen met Marie Modiano een liedje geschreven genaamd Adieu Aux Armes.
We ontmoeten Bent Van Looy in het Gare du Nord, waar hij ons staat op te wachten. De geruite blazer en koningsblauwe sokken wijzen ons de weg. Het was in deze wijk dat het Parijs-avontuur voor hem begon. Hij woonde hier samen met zijn vrouw in een piepkleine studio van 25 m², later verhuisde hij naar de buurt bij Canal Saint-Martin en dat is ook waar onze dag begint. We gaan eerst langs bij bakkerij Du Pain et des Idées, want volgens Bent moet je minstens een croissant eten tijdens je bezoek. Ik kan hem alleen maar gelijk geven. Daarna vragen we un allongé (een koffie) bij Chez Prune, inclusief gezellig terras langs het kanaal.
Parijs blijft mooi, ook met een doek grijze wolken die even het licht van de stad ontneemt
We lopen de Marais binnen, het krachtig kloppende gay hart van Parijs, zoals Bent het beschrijft in zijn boek. We gaan even binnen bij Ofr., een kleine boekenwinkel waar ze nieuwe en tweedehands kunstboeken en tijdschriften verkopen over onder andere mode en architectuur. De hele winkel ligt bomvol, er is net genoeg plaats voor een smal gangetje. We wandelen verder, negeren rood licht na rood licht en komen uiteindelijk uit in het eerste arrondissement, het financiële hart van Parijs. Het is moeilijk om te zien waar een wijk stopt en een andere begint. Dat is het werk van Georges-Eugène Haussmann, die in de 19e eeuw van het Middeleeuwse Parijs een moderne metropool maakte. De stad is eenvormig, het zijn de mensen die het verschil maken.
Voor de lunch gaan we naar Kunitoraya in Little Tokyo, Bent raadt ons de udon noodles en frisse oolongthee aan. Het begint plots keihard te regenen, maar Parijs blijft mooi, ook met een doek grijze wolken die even het licht van de stad ontneemt. Nooit eerder zag ik Les Jardins des Tuileries helemaal leeg, op enkele schoolkinderen na. Dichtbij de tuinen is museum Jeu de Paume gevestigd. Daar kan je nog tot augustus 2021 een expositie van fotograaf Michael Schmidt bewonderen. Hij toont het Berlijn van na de Tweede Wereldoorlog; de straten, de gebouwen en de inwoners.
Wat zeker ook de moeite waard is om te bezoeken is de boekenwinkel Galignani. Bent Van Looy: ‘Dat was de eerste Engelstalige boekenwinkel op het Europese continent, het interieur lijkt wel een monument op zich.’ Voor heerlijke macarons moet je bij Angelina zijn. Ze hebben ook andere lekkernijen en staan vooral bekend voor hun chocolat chaud. Om de dag af te sluiten, drinken we nog een laatste drankje op het terras van café Les Deux Gares. Aan de overkant heb je ook een boetiekhotel met dezelfde naam die heel kleurrijk is ingericht. Het ligt op vijf minuten wandelafstand van Gare du Nord, perfect voor een weekendje à Paris.
Het boek ‘Mijn Parijs’ kost 24,99 euro en is verkrijgbaar in de boekhandel of via de site van Borgerhoff & Lamberigts. Een echte aanrader voor iedereen die Parijs eens op een andere manier wil ontdekken.
Door Tess Bonte.
Foto’s: Coby Avgoustakis.