“De studenten zijn terug!” Het begin van het academiejaar is in onze universiteitsstad elk jaar onderwerp van opgetogen gesprekken en het is het officieuze begin van de herfst. Wanneer de 44.000 studenten van de University of Michigan (U of M) eind augustus naar Ann Arbor komen, ontwaakt de stad uit haar lome zomerslaap. Van de ene op de andere dag bruist downtown. Groepjes studenten lopen door de stad, sommige aarzelend en zoekend, andere al geroutineerd, koffie in de ene hand, boeken onder de andere arm. De stad herademt en herleeft en iedereen koestert de lange Indian Summer, zeker bij het vooruitzicht van de doorgaans strenge winter.
Ondertussen kennen we hier thuis de drill van het drukke herfstsemester: studenten komen, onze kinderen gaan terug naar school; het American football seizoen begint – onze stad heeft met de Big House (110.000 zitjes) een van de grootste sportstadions ter wereld en op wedstrijddagen is het megadruk; over een paar weken zal onze groene omgeving compleet oranje kleuren, de compostzakken voor de bladeren liggen al klaar; op mijn winkellijstje zet ik extra pakken snoep om uit te delen op Halloween; we maken plannen voor Thanksgiving en om meteen daarna een kerstboom in huis te halen; we bereiden ons voor op de eerste sneeuw en voor we er erg in hebben, is het kerstmis.
Maar we zijn nog steeds in 2020, het jaar waarin niets is wat het was. Niets blijde verwachting! Dat de studenten vanuit het hele land in hun kot of peda trekken, is dit keer voor veel Ann Arborites een bron van bezorgdheid, ergernis zelfs. Want beer pong spelende studenten en andere feestvierders in de voortuinen van studentenhuizen, dat zien de buren niet graag in deze Coronatijden.
Dat is niet de college experience waar je van droomde of waarvoor je wil betalen
Of scholen en universiteiten terug ‘normaal’ zouden opengaan, is hier, net als in Europa, de hele zomer druk bediscussieerd. Veel Amerikaanse universiteiten kozen al snel voor een volledig virtueel semester, anderen twijfelden lang en sommige colleges – vooral in zuidelijke staten – gingen in augustus gewoon open en vaak een week of 2 later terug dicht, want die campussen bleken in geen tijd Corona-hotspots.
De U of M koos voor een hybride systeem, een mix van online en in person, met keuzemogelijkheden voor zowel studenten als proffen. Lessen in kleine groepen kunnen, met afstand en mondmaskers, temperatuurchecks en op voorhand in te vullen vragenlijsten. De universiteit heeft ook een COVID-dashboard, waar alle gegevens over het aantal besmettingen en testen kunnen geraadpleegd worden. Op 12 september, twee weken na het begin van het academiejaar blijken de cijfers voorlopig onder controle. Maar het gaat niet zonder slag of stoot: de politie stuurde “party patrols” uit en de assistenten gingen in staking om een veiligere werkomgeving af te dwingen.
De economische druk op universiteiten om zo snel mogelijk op business as usual over te schakelen, is groot. Meer dan 40.000 studenten gaan in onze stad winkelen, uit eten en huren een huis of een kamer in een van de universitaire dorms.
En wat als studenten tijdelijk afhaken en universiteiten het pittig inschrijvingsgeld mislopen? Want eerstejaars staan zo mogelijk onder een nog grotere druk. Dan heb je je hele middelbaar aan een ‘college-proof’-cv gewerkt, dan ben je uiteindelijk aan je favoriete unief binnen geraakt (met in veel gevallen een zware studielening) en dan moet je bij ma en pa thuis blijven en les volgen via Zoom. Dat is niet de college experience waar je van droomde of waarvoor je wil betalen.
Waar onze oudste terecht komt, zal afhangen van waar ze binnen geraakt en of we daar voldoende financiële incentives krijgen
Met onze oudste in het laatste middelbaar en de jongste in het voorlaatste jaar zitten we ondertussen zelf middenin de zoektocht naar een geschikte, goede en betaalbare plek voor hoger onderwijs. Ja, we waren er gerust in. Wij, nuchtere Vlamingen, zouden niet meedoen aan die hysterie om aan een universiteit binnen te geraken. Overigens, als het echt moest, konden de kinderen in Europa gaan studeren, toch?
Lang verhaal kort, de kinderen gaan hier verder studeren en daar valt iets voor te zeggen. Er is een enorm aanbod aan universiteiten, studierichtingen en mogelijkheden.
We haalden verschillende boeken in huis – hoe studeer je voor de SAT-test, hoe schrijf je een essay voor je college application, hoe geraak je aan een beurs -, begonnen verwoed te googelen en beseften dan, rijkelijk laat, dat we geen idee hadden waar te beginnen. Tot Canadese vrienden ons een college application consultant aanraadden. Een gesprek van meer dan 2 uur zette ons inderdaad op weg. We hebben nu een to-do-lijst op een strikte tijdslijn. De dochter bereidt zich voor op de gestandaardiseerde testen in oktober en werkt aan haar buitenschools cv door zich als vrijwilliger in te zetten voor een politieke actiegroep. Samen bezoeken we virtueel campussen in Michigan, Ohio, Minnesota en New York, want we weten ondertussen dat we zoeken naar een klein Liberal Arts College in de Midwest of in de staat New York. De scholen die we overwegen hebben een acceptatiegraad van tussen 15 en 40 procent, soms minder, soms meer, en een officieel inschrijvingsgeld dat kan oplopen tot enkele tienduizenden dollar voor een schooljaar. Maar ook dat hebben we geleerd: het inschrijvingsgeld kan je serieus naar beneden halen door allerlei financiële hulppakketten van de universiteit, gebaseerd op je highschool punten en nationale testresultaten en op basis van hoe graag de instelling jouw profiel wil. Waar onze oudste terecht komt, zal afhangen van waar ze binnen geraakt en of we daar voldoende financiële incentives krijgen.
Het wordt niet alleen een drukke herfst, een stresserende ook, met Corona en met de snel naderende deadlines voor de college-aanvragen. En heb ik al verteld dat er op 3 november presidentsverkiezingen zijn? Wish us luck!